TUINWEETJES

TIPS OVER TUIN- EN KAMERPLANTEN

zaterdag 25 mei 2013

PATIOPLANTEN: SUNDAVILLE/ MANDEVILLA/DIPLADENIA EN NERIUM OLEANDER

De Mandevilla/Dipladenia ook wel bekend onder de naam Sundaville/Mandevilla in combinatie met Dipladenia is een plant die zich in grote mate mag scharen onder de meest populaire terrasplanten. Een paar weetjes over deze plant is dus geen overbodige luxe, want hoewel het een vrij makkelijke plant is, hangt er uiteraard een gebruiksaanwijzing aan.
De plant komt oorspronkelijk uit Zuid Amerika, wat dus gelijk zijn winterhardheid verklaart. Namelijk: niet. De plant slingert zich in Zuid Amerika, met name Brazilië om iedere plant die maar voor handen is. Een echte slingeraap dus. Op het kleine rekje dat bijgeleverd is door de kwekerijen, voelt de plant zich dus al gauw in de  gevangenis. Zeg nou zelf, slingeren in een flink oerwoud of je moeten behelpen met een klein bamboerekje uit de kwekerij. Denk bij het oerwoud ook aan het licht. In het oerwoud is het niet 100% zon. Een plek in de halfschaduw is meest ideaal.Dus niet echt op het zuiden. Staat hij daar wel houd dan de vochtigheid goed in de gaten. Laat hem niet uitdrogen maar ook niet verzuipen. Stress en aanpassingsmoeilijkheden zijn niet ongewoon. Indien mogelijk, geef de plant de ruimte. Kan hij niet klimmen, laat hem dan hangen; als hij maar de ruimte krijgt.
De planten worden in de kwekerij vaak flink voorgetrokken dmv groeiremmers. En in het traject tussen kweker, veiling, verkoper en klant zit dus nog een aardige ruimte. Gaat het ergens in dit traject fout (denk aan grote wisseling in temperatuur, verkeerde opslag, droogte door vertraging in levering) dan krijg je dus een zwaar gestresste plant die in het slechtste geval alle knoppen laat vallen. Vooral grote temperatuursschommelingen zijn funest voor terrasplanten.

Verwacht dus niet gelijk het wonder van een pas aangeschaft exemplaar, maar geef de plant de tijd om te acclimatiseren. Sproei of nevel de plant regelmatig. Zorg voor een regelmatige watergift, maar laat de plant nooit in het water staan, want aan natte voeten heeft bijna iedere plant de pest (behalve natuurlijk moeras en waterplanten). Geef de plant de ruimte; probeer dus met extra bamboe stokken de plant wat meer groeiruimte te geven of laat je hem in een boom of struik slingeren.
Verwijder zo veel mogelijk uitgebloeide bloemen en snoei uitgebloeide twijgen weg tot nieuwe loten. Wil je de plant overhouden tot volgend jaar, haal de plant dan in het najaar binnen. Zorg voor een temperatuur rond de 10 en 15 graden. Wel veel licht, maar minimaal water. Let als de plant binnenshuis is vooral goed op eventuele plagen zoals bladluis of spint (vooral in droge ruimte) en behandel de plant zodra zich een plaag aandient. Bij spint vooral de luchtvochtigheid verhogen en regelmatig afsproeien; bij bladluis behandelen met een mengsel van 1liter water, vermengd met 10cc spiritus en 1 el groene zeep.
Als de plant dit allemaal heeft overleefd, in het voorjaar verpotten, bijsnoeien, warmer zetten, voeding geven en opnieuw genieten. Mocht het ondanks alles toch niet lukken: dan gewoon een nieuwe vragen of kopen.

NERIUM OLEANDER

De Oleander is eigenlijk een armoede plant. De plant bloeit uitbundig langs loeihete spaanse oprijlanen en wegen, entrees voor bijna iedere camping, in de meest onooglijke potten enz. Ook in de brandende griekse zon tussen wat tegels en in goten, tussen de griekse ruïnes, je ziet en ruikt de Nerium Oleander overal. Kortom het is de paardebloem van de subtropen. Toch valt er nog wel iets meer over te vertellen. De plant doet het prima op een wat zanderige, armoedige grond, maar ook kleigrond wordt goed verdragen. In ieder geval moet de grond goed water doorlatend zijn en dat is op klei nogal eens een probleem. Hoewel hij prima onder droge en hete omstandigheden functioneert is een royale watergift altijd welkom, mits de plant overdag in de volle zon staat (dus 's ochtends vroeg of 's avonds laat water geven). De plant is gevoelig voor dopluis. Deze lijken op kleine harde bolletjes onder het blad. Aanstippen met een wattenstaafje met spiritus werkt goed. Om te overwinteren: bijtijds naar binnen, op een lichte koele plaats, zeer matig  water, in het voorjaar verpotten en ieder derde jaar terugsnoeien. Stekken nemen in het voorjaar.

NIET ONBELANGRIJK: Alles aan de plant is GIFTIG. Dus snoeiwerk in de vuilnisbak en niet op de composthoop.















donderdag 2 mei 2013

Bougainvillea

Wie ooit het zonnige zuiden heeft bezocht kan er niet omheen. In ieder dorpje, hoe klein ook, hebben zij er wel eentje staan.Volop in bloei, beetje kaal aan de onderkant. Meestal in hele kleine boomspiegels. Blaadjes nauwelijks zichtbaar en altijd tegen een wit gepleisterde muur. De bougainvillea. Geweldig mooie klimmer, die wij maar wat graag in onze tuin willen hebben.
Helaas, de bougainvillea is niet winterhard en zal een hollandse winter niet overleven in de tuin. Maar niet getreurd; Nederland is een patioland bij uitstek en wij leven bovendien ook nog in een wegwerp maatschappij. Zet de nieuw aangeschafte bloeiende plant in een warme serre of op een warm terras, dus minimaal op de zuidkant en het liefst ook nog tegen een muur, en je hebt een volle zomer plezier van deze plant. Omdat de plant in de kwekerij volgestopt is met groeiremmers, om hem flink in bloei te trekken, zal hij met wat sproeiwerk, regelmatig water geven, mits voorzien van goede afwatering, de hollandse zomer een vleug geven van het ultieme mediterrane gevoel. Let bij aanschaf er wel op dat de kleine witte bloempjes tussen de paarse/roze/witte of gele schutbladeren nog wel in de knop staan. Uitgebloeide planten zijn herkenbaar aan verkreukelde bloempjes tussen deze schutbladeren. De schutbladeren bepalen de schoonheidswaarde van de plant en vallen uit zodra de bloempjes zijn uitgebloeid.

Voor de echte groene vingers is het een uitdaging om hem te laten overwinteren en de minder enthousiaste tuinder gooit hem na de bloei op de composthoop. Natuurlijk is het altijd een uitdaging om de plant na de winter weer in bloei te trekken, maar dan moet hij deze dus wel eerst overleven, en geloof mij: hij wordt je dierbaarder dan je ooit voor mogelijk hebt gehouden.
 Dus hierbij enkele gulden regels. Laat de plant in de zomer lekker zijn gang gaan. Plaats op een zonnige, warme plek in de serre of op het terras, bij voorkeur tegen een warme zuidmuur.

De patio versie:
Geef bij voorkeur 's avonds water, bekijk de stand van het groen, hangt het slap geef dan water, staan de bladeren er nog vrolijk en fris bij, wacht dan met water  geven. Zorg vooral voor een  goede afwatering, natte voeten is een ramp voor de plant. Dus let  er bij regen op dat de plant niet te nat staat. Vooral in kunststof potten kan de vochtigheid van de kluit desastreus worden. Voorkeur gaat dan ook uit naar een mooie grote pot van aardewerk. Knip de uitgebloeide bloemen er regelmatig uit. Let erop dat je terug snoeit tot een nieuwe bladknop. Voeding: geef de plant voeding met een laag stikstof gehalte. Vooral plantenvoeding voor orchideeën heeft een laag stikstof gehalte. De normale verhouding (zie etiket) is 7+3+5. Er zijn echter samenstellingen in de handel met de verhouding 3+6+6 (eerste cijfer staat voor stikstof).  Geef niet vaker dan 1 x in de 2 weken en stop hiermee in september. Haal de plant bij de eerste tekenen van nachtvorst binnen, en laat overwinteren op een lichte, koele droge plek. Hij zal waarschijnlijk helemaal kaal worden, maar dat is normaal. Geen paniek!! Staat de plant te warm dan zal hij nieuwe loten gaan ontwikkelen, deze zijn zeer luis en spint gevoelig. Zet de plant indien mogelijk iets koeler, maar nooit onder de 4 graden. In het voorjaar voorzie je de plant van nieuwe aarde en/of grotere pot. Snoei hem terug tot ongeveer één meter in de hoogte en 50 cm in de breedte. Kijk even naar het gestel (de vorm) van de plant en snoei daarbinnen in een mooie vorm, zet de plant warmer, geef meer water en geniet in de zomer weer volop van de mediterraanse schoonheid.
De serre versie:
Een bougainvillea in de serre kan explosief groeien. Vooral bij een serre als verlengstuk van de woonkamer kan de temperatuur in de zomer oplopen tot tropische temperaturen. De plant voelt zich hier uiteraard zeer prettig bij en gaat enorm groeien en bloeien. Belangrijk is dat je hier ook de vocht huishouding aanpast en het directe zonlicht, indien mogelijk, enigszins tempert. Water geven moet op deze plek dan ook met een hogere frequentie dan de patioversie. Let hier echter ook op een goede afwatering. Plantenvoedingadvies is hetzelfde.  In de serre is de plant zeer luis en spint gevoelig.  Zorg daarom voor een hoge luchtvochtigheid en sproei en nevel regelmatig.  Regelmatig bijsnoeien, geeft maanden lang prachtige trossen bloemen. In het najaar, indien mogelijk, koeler zetten. Hij kan in de serre blijven staan (bij het raam is het in de serre 's winters meestal kouder),  maar de plant is niet echt meer een sieraad in de kamer. In het voorjaar flink terugsnoeien, aarde verversen en eventueel verpotten.