TUINWEETJES

TIPS OVER TUIN- EN KAMERPLANTEN

woensdag 12 november 2014

De Strelitzia (paradijsvogelplant) bloeit.......maar

Eén van de kamerplanten die mij het meest fascineert is de, aan de banaan verwante, Strelitzia. In de Hortus kom je hem tegen in de tropische kas waar hij zich kiplekker voelt en prachtige bloemen produceert.
De tropische uitstraling heeft koninklijke allure. Regelmatig zie je de plant op tv opduiken in decors van dure wijken en exclusieve feesten. Dit bevestigt al dat het geen doorsnee plant is die je even bij de supermarkt koopt. In Nederland is de plant te koop en te bestellen bij diverse kwekers maar er hangt voor een volwassen en bloeiend exemplaar een aardig prijskaartje aan.

De laatste jaren wordt de plant wat meer gepromoot en op de Floraliën 2014 in Den Bosch was er dit jaar zelfs een heel vak gevuld met Strelitzia's. Allemaal overduidelijk in bloei getrokken, wat mij deed tandenknarsen want mijn Strelitzia gaf nog geen krimp en was inmiddels heel wat groter dan de tentoongestelde exemplaren.

Mijn exemplaar heb ik in 2009 aangeschaft bij Bakker in Hillegom. Ongeveer 13 cm groot. Een plaatsje in de serre zorgde voor een enthousiaste groeispurt met jaarlijks de noodzaak van het verpotten. Omdat de plant verder geen neiging tot bloeien gaf, ben ik de literatuur er maar op gaan naslaan. In mijn ooit allereerst aangeschafte plantenboek las ik dat de plant pas gaat bloeien als hij is uitgegroeid en dat is bij een lengte van ongeveer 2 meter. Verder heeft de plant een voedzame goed vocht doorlatende grond nodig en om te gaan bloeien minimaal 4 uur zon per dag. In mijn serre is de zon geen probleem en in augustus 2014 was het dan eindelijk zover EEN KNOP. Alleen die groeide wel erg traag: in augustus 28 cm en in oktober 87 cm, Vanaf 10 oktober begint de knop lichtjes te kantelen
HELAAS is de temperatuur in de serre inmiddels aan het dalen en de zon komt ook nauwelijks meer binnen (de serre ligt op het noordwesten). De knop blijft dus hangen (zie het als narcissen die je met pasen koopt en die te lang in de koeling hebben gelegen en dus niet meer uitkomen). Inmiddels besproei ik de knop met warm water, in de hoop dat de bloem zich nog losmaakt uit de schede. Hij lekt enorme hoeveelheden nectar en zit echt muurvast. Ook zachtjes peuteren om de bloem te bevrijden mag niet baten. Ik ben bang dat ik toch tot het voorjaar zal moeten wachten voor een nieuwe knop.

Nog een tip voor de bladeren. De plant tilt zichzelf uit de pot bij ruimte gebrek, als je de plant niet bijtijds  verpot ontwikkelen de bladeren zich niet optimaal en worden erg vervormd en lelijk.

Al met al is het een plant die erg veel geduld vraagt en ik hoop echt volgend jaar een foto te kunnen plaatsen van een goed ontwikkelde bloem in plaats van dit toch wat trieste resultaat van 5 jaar geduld. Uiteraard is de bovenste foto niet mijn exemplaar, maar ik hoop ooit zelf een eigen foto van zo een bloem te kunnen plaatsen,

zaterdag 18 oktober 2014

Streptocarpus saxorum



Als aanvulling op het artikel over de verzorging van de Streptocarpus Novanthos nog wat aanvullende weetjes.

Ondanks de liefdevolle zorg en toewijding is mijn Streptocarpus Novanthus (zie artikel)  ter ziele gegaan. Wat en waar de oorzaak ligt, blijft gissen. Ik vermoed zelf de vochthuishouding, die vooral in de winter toch moeilijk te reguleren is.

Bij mijn zoektocht naar een nieuw exemplaar stuitte ik op de Streptocarpus Saxorum. De hangvariant met aanmerkelijk kleiner blad. Een gouden tip las ik laatst: Als de Saintpaulia (Kaaps viooltje) het goed op de plaats doet, dan zeker ook de Streptocarpus. Gezien het viltige blad zullen zij wel ergens gerelateerd zijn, maar zover reikt mijn kennis niet.




Nu had ik toevallig een Kaaps viooltje staan die het erg goed deed (3 x gebloeid!! In 2 jaar tijd). Uiteraard moest deze zijn plaats afstaan. Plek op het zuidoosten, dus ochtendzon, maar die is af te schermen door lamellen. Na de bloei, kwam er een flinke terugval (te wijten aan overgang van kweker naar woonkamer), waarin veel stengels slap en slijmerig werden en tenslotte afstierven). Hiervan herstelt begon de plant zeer uitbundig te groeien. Omdat dit de hangvariant is en al snel te groot werd voor de toegemeten plek, moest ik toch weer op zoek naar een nieuwe plek.

Hoewel erg warm, toch een plekje gegeven in de serre, weliswaar op de noordkant en wie schertst mijn verbazing: in twee weken weer volop in bloei.

Het blijft met deze plant toch experimenteren en zoeken, maar zeker een uitdaging voor groene vingers, zeker als deze plant weer gaat bloeien.



 



zondag 20 juli 2014

Cottage garden deel II

Tips en foto's over de zomerse cottage garden.






Nu de voorjaarsbloeiers al een flink eind op hun retour zijn wordt het tijd om stevig te ruimen in de tuin zodat er meer plaats komt voor de zomerbloemen. Het éénjarig goed valt een beetje tegen. Het kiemt goed maar laat zich niet makkelijk uitplanten in de harde klei. Vooral de eerstejaars bloeiende stokrozen blijven erg nietig. Bovendien heb ik een flinke overlast van de slakken, zowel huisjes als naaktslakken. Ik ga de bierval maar weer installeren, hoewel ze in het voorjaar duidelijk de voorkeur gaven aan de Hosta boven het bier.  Het meeste éénjarig goed zet ik in potten. Ten eerste kan ik het beter beschermen tegen de slakken en potten zijn verplaatsbaar. Daar waar akeleien en Vergeetmijnietjes het veld ruimen zet ik potten met éénjarig goed in de plaats. Ook de lelies zijn vervangen voor de Brugmansia. De eerste knoppen zitten er al in dus dat belooft nog veel overdadige zomergeuren.De vaste planten doen het goed. Ik heb ruimte gemaakt zodat Phlox, Lythrum, Crocosmia volop tot hun recht komen.

 Het is een prima Hortensia jaar en de blauwe Hortensia in de bak is in een blauw/paarse combinatie gaan bloeien. Hij staat in een bak met een Coleus en ik moet zeggen het staat reuze fraai. De Dahlia's worden ook tussen de leeggevallen ruimte gezet. Het loof van de narcissen en andere voorjaarsbollen is immers allang verdroogd en verwijderd. De rozen hebben de eerste bloei achter de rug,. Nu even flink wat mest erover en de doorbloeiende rozen terugsnoeien tot het eerste vijfblad. De volgende bloei dient zich dan al aan. Het is eg belangrijk om juist nu aangetaste bladeren te verwijderen en te ruimen. Na een eerste overweldigende bloei van de Climbing Iceberg, mijn witte klimroos, heeft hij een reusachtige terugval gehad en is nagenoeg kaal geworden door de bladuitval ten gevolge van roest en meeldauw.Bind de laatbloeiende clematissen alvast goed op. De meeste staan nu al in de knop. Ook de herfstbloeiers zoals Monnikskap, Herfstanemoon en Fuchsia zien er veelbelovend uit. De oost-indische kers laat zich van zijn beste kant zien en kronkelt zich al een weg door de tuin. Voor diegene met een grotere tuin dan mijn 60 vierkante meter raad ik toch nog eens de pompoenen aan. Een prachtige slingerplant die je naar eigen goeddunken kan leiden door de tuin, met als klinkende finale in oktober fraaie pompoenen


De kruidenzak, Bergamot en St Janskruid combineren ook goed bij elkaar en de Lavendel en Tijm doen het in de potten beter dan in de volle grond die veel te kleiïg is en te veel vocht vast houdt.

Maak voor je tuin nu alvast een plan over wat je anders wil in het volgend jaar. De beste tijd om vaste planten te verplaatsen is het najaar en voorjaar, maar in het voorjaar weet je vaak niet meer hoe en waar wat stond.





 



                                       


Al met al een hele hoop werk maar daar heb je ook wat voor. In ieder geval volop bloemen verse kruiden tot ver in de herfst.

vrijdag 11 juli 2014

Rozen snoeien



Over het snoeien van rozen wordt eigenlijk altijd moeilijker gedaan dan het is. Het belangrijkste is dat je weet wat voor roos je in de tuin hebt staan. Een klimroos heeft nu eenmaal een andere behandeling dan de struikroos.

Verder is een roos een sterke groeier dus als je je een keertje heb verknipt, (versnoeid is wel een heel raar woord), dan is er nog geen man overboord. Ook bij het snoeien van rozen worden er wel eens adviezen gegeven die mij even op het hoofd doen krabben, maar als men dit al jaren, tot tevredenheid, doet wie ben ik dan om te zeggen dat het anders moet. Bij deze de basisregels voor de diverse soorten.

STRUIKROZEN:

Deze groep heb ik verdeeld in twee groepen:
Groep 1 bestaat uit hoge/lage en doorbloeiende rozen. Voor allemaal geldt dat eind van de winter, begin van de lente al het oude en dode hout kan worden verwijderd. Verwijder ook alle dunne en slappe takken en zorg dat je een mooie open struik creëert. Behoud bij de lagere rozen soorten 3 tot 5 sterke jonge takken die nog niet erg vertakt zijn, en snoei deze tot 4 of 5 ogen terug. Let erop dat je snoeit boven een naar buiten gericht oog. Bij de hogere rozenstruiken behoudt je meer sterke takken (5 tot 7) en deze takken snoei je tot twee derde van hun lengte in. Ook weer boven een naar buiten gericht oog. Dunnere takken snoei je meer terug dan de dikkere. Dit geeft een sterkere struik, lange slappe takken zijn breekbaar in de wind, vooral als ze zwaar zijn van de rozen.

Groep 2 bestaat uit eenmalig bloeiende, en oude rozen. Voor deze groep geldt dat ze de eerste twee jaar niet hoeven te worden gesnoeid, behalve natuurlijk weer ziek en dood hout. Verwijder na de bloei de uitgebloeide takken tot op de plek waar een nieuwe tak zich ontwikkelt. Deze tak wordt in het voorjaar, indien hij te veel doorschiet, weer met een derde ingekort.

STAMROZEN

Stamrozen zijn eigenlijk struikrozen die op een stam zijn geënt. De ent is het zwakste gedeelte van de roos en moet in de winter worden beschermd. Voor deze rozen geldt ook: verwijder al het dode en zieke hout en kort de takken van de stamroos met een derde in. Let er wel op dat je de mooie vorm behoudt.

KLIMROZEN


 De eerste twee jaar bind je alleen de nieuwe takken aan. Span een draad tussen een stel oogjes en bind daar met binddraad of losse klemmen de takken zo veel mogelijk horizontaal aan. Let erop dat je de takken niet te strak aanbindt.  Een rozen rek of boog is natuurlijk ook een optie. Heeft de tak de gewenste lengte bereikt, kort hem dan 10 cm in. De roos zal nu zijtakken ontwikkelen. Deze zijtakken kort je op hun beurt weer in tot ongeveer de helft. Op deze takken zullen de bloemen zich ontwikkelen. Verwijder in het najaar enkele  uitgebloeide hoofdtakken tot aan de basis om plaats te maken voor nieuwe hoofdtakken. Doe dit gefaseerd, dus niet ieder jaar alle takken, maar neem de oudste takken eerst en het jaar daarop de volgende takken. Zo verjong je de klimroos ieder jaar zonder dat hij helemaal kaal wordt of een jaar niet bloeit. Niet snoeien leidt op den duur tot verwildering van de struik en kleinere en/of minder bloemen.

RAMBLERROZEN

Snoei hiervan vooral het dode hout weg en  verwijder regelmatig oude takken tot aan de basis om plaats te maken voor nieuwe jonge scheuten.

Nog wat algemene tips: gebruik goede handschoenen. Maak de schaar na het snoeien goed schoon met alcohol of spiritus, gebruik voor de zwaardere takken een snoeischaar met aambeeld of een takkenschaar en voor de kleinere takken een scherpe snoeischaar. Ruim al het snoeiafval op. Dit voorkomt infecties en schimmels waar de rozen nu eenmaal erg gevoelig voor zijn.

ALGEMENE REGEL VOOR DOORBLOEIENDE ROZEN

Als je goed naar de roos kijkt dan zie je dat het eerste takje onder de knop drie blaadjes heeft. Bij door bloeiende rozen de uitgebloeide rozen eruit knippen tot het eerste gezonde vijfblad. De roos blijft dan tot oktober doorbloeien. Bij trosrozen wacht je tot de hele tros is uitgebloeid. Vind je dat erg lelijk, verwijder dan met een klein schaartje de uitgebloeide bloemen.

Ik kan dit artikel nu nog wel vervolmaken met allerlei tekeningetjes hoe er wel, of niet gesnoeid moet worden, maar het lijkt mij handiger als je een mailtje stuurt of reageert op dit artikel met een fotootje erbij. Je krijgt dan een  gratis snoeiadvies en als dat niet duidelijk is alsnog het tekeningetje erbij.



   


maandag 26 mei 2014

Brugmansia - Engelentrompet





                                                                   De Brugmansia is een kuipplant die met de juiste aanpak een feest kan worden in iedere tuin. Hij is zowel uit zaad als uit stek te kweken. Zaailingen bloeien echter niet altijd het eerste jaar, dus is het aan te raden een jonge plant aan te schaffen. In het voorjaar worden vaak allerlei maten aangeboden bij de tuincentra en supermarkten. De Brugmansia wordt vaak gezien als een familielid van de Datura ook wel Doornappel genoemd, maar is  echter een zelfstandige plantensoort. Beiden zijn wel erg giftig en hebben bij inwendig gebruik een hallucinerende werking. Bij het ruimen van de bladeren en snoeien van de plant is het aan te raden de handen daarna grondig te wassen en contact met de ogen te vermijden. Na het snoeien heb ik eens gedachteloos in mijn ogen gewreven en had prompt opgezette, dikke tranende ogen. Je bent dus gewaarschuwd. De Brugmansia is behalve om zijn aantrekkelijke bloeiwijze, ook bekend om zijn verrukkelijke lucht. Op zomeravonden verspreidt de plant een heerlijke frisse zomerse lucht. De bladeren zijn daarentegen minder aantrekkelijk, behalve voor slakken, die zijn er dol op.  De Datura daarentegen heeft varianten die een zeer kwalijke lucht verspreiden. 


 De plant is met de juiste verzorging een dankbare groeier. Laat de plant als hij van de kweker of de winkel komt eerst even acclimatiseren en zet hem in ieder geval pas buiten na de IJsheiligen. De Brugmansia heeft in ieder geval de ruimte nodig. In een grote pot kan hij al in het eerste jaar uitgroeien tot 1.80 m. De ochtendzon wordt als beste verdragen. Hebt u een tuin op het zuiden, geef de plant dan ‘s ochtends en liefst ‘s avonds een forse plens water. Maar zorg er wel voor de wortels niet in het water blijven staan. De plant kan ook in de volle grond worden geplaatst, dan wel op een warme zuidmuur. Met de slappe winters van tegenwoordig en een toekomst met nog warmere winters kan men zelfs proberen de kuipplant buiten te laten overwinteren, mits deze op een beschutte plek staat. Met noppenfolie kan hij eventueel bij vorst worden afgedekt. Het is echter nooit een garantie dat hij de winter overleeft. De plant kan ook worden opgerooid en ingekuild. Dit is echter alleen voor de wat ruimere tuinen een optie. Mijn exemplaren snoei ik in het najaar terug en laat ik overwinteren op zolder. Let echter wel op ongedierte. Bladluis en spint is een veel voorkomend probleem als de plant van buiten naar binnen verhuisd.

De plant heeft beslist veel voeding nodig. In de bloeiperiode zeker 2 x per week vloeibare mest geven of anders mestbolletjes bij de plant doen die het hele seizoen voeding afgeven. Een goedkoper en zeer effectief alternatief is de plant voeden met bananenschillen. Van de zomer heb ik zowel mijn Canna’s als mijn Brugmansia’s regelmatig de schillen van bananen gegeven en ik ben beloond met een zeer rijke bloemengift. 

Tot slot nog het stekken. Na de bloei wordt de plant terug gesnoeid. Let er wel op de dat u niet tot het verhoute gedeelte snoeit. De takken kunnen ongeveer tot 1/3 worden teruggesnoeid. Van de takken die gesnoeid zijn is het makkelijk stekken te nemen. Het is wel belangrijk dat men een stek neemt van de tak die al gebloeid heeft. Dompel de stekken in wat stekpoeder en zet ze onder plastic in wat vochtige grond. Zodra de plant nieuw blad gaat vormen kan het plastic worden verwijderd en de plant in een ruimere pot verder worden opgekweekt.

Er zijn buiten de roze variant ook nog gele Brugmansia's die net zo lekker ruiken als hun roze broertje/zusje. Op google afbeeldingen heb ik zelfs een blauw exemplaar gezien. Maar of dat een kwekersgrapje is weet ik niet.  










zaterdag 15 maart 2014

Cottage garden deel I

Iedereen die wel eens in Engeland is geweest of een engelse detectiveserie heeft gevolgd op de televisie, moet toegeven; de Engelsen en tuinen is een goed huwelijk. Zelfs de kleinste voortuintjes zien eruit of ze moeten concurreren in een wedstrijd om de mooiste tuin. Ieder hoekje, gaatje, gootje, voegje in de muur, letterlijk overal worden plantjes in gestopt of gekweekt. Met enige jaloezie maar vooral met hebzucht heb ik tijdens een tuinenreis al dat moois mogen bewonderen, maar er vooral inspiratie opgedaan.

Ieder jaar is het voor mij weer een uitdaging om de "cottage garden" te benaderen. Met het vroege voorjaar gaat het dan ook flink kriebelen en heb ik al aardig wat zaailingen in de warme bak staan.
Ook dit jaar ga ik weer proberen om gedurende het hele bloeiseizoen zoveel mogelijk vrolijke hoekjes en arrangementen  te creëren. Als basis heb ik een flinke voorraad aan vaste en tweejarige planten opgebouwd: o.a. de damastbloem; papaver, hartgespan, koninginnekruid, herfstanemoon, flox, kattestaarten, monnikskap. En het groene geraamte: de euonymus, taxus, de laurier en laurierkers. Voeg daarbij de door de tuin zwervende akelei, vergeetmijniet en longkruid toe en je komt aardig in                                                                                       de buurt. Dit alles omlijst door diverse rozen.

De grote oranje papavers worden dit jaar verplaatst, te lang op één plaats geeft kleinere en vooral minder bloemen. Af en toe, zo eens in de drie jaar, verplaatsen, prikkelt de plant om  beter uit te lopen. Vind je een bepaalde plant niet echt op zijn plek staan. Gewoon met kluit en al verplaatsen. Lege gaten worden opgevuld met bakken gevuld met éénjarig goed, of ingezaaid met van alles wat, denk bijvoorbeeld aan dahlia's en gladiolen




.

Het is nu prima tijd om de lathyrus te zaaien, dit mag al in de volle grond, maar mag ook in de bak onder glas. De zaden kiemen sneller maar de kans dat de plant wat slap op groeit is wel groter.
Dit jaar ga ik voor het eerst stokrozen uitproberen die het eerste jaar al bloeien. De meeste soorten bloeien pas het tweede jaar en vormen het eerste jaar een rozet. Omdat de plant gevoelig is voor roest (een schimmel die kleine oranje vlekjes veroorzaakt) wordt de plant vaak voortijdig geruimd omdat hij er niet meer uitziet. Zo heb ik nog aardig wat zaden die in de loop van de lente hun plek in de tuin zullen vinden

Geïnspireerd? Wil je zelf ook gaan beginnen met de aanleg van een "cottage garden" of een hoekje in je tuin omtoveren tot een engelse border, neem dan de volgende regels in acht:

Bepaal de beschikbare ruimte, de kleuren en de hoogte die de planten maximaal mogen bereiken. Zorg voor een zonnige plek, een goede afwatering, zeker als je in potten tuiniert. Maak een lijstje en/of een tekening en kleur die in.  Waak ervoor dat je niet te pietluttig bent in de tuin. Veel planten zaaien zich spontaan uit en geven daardoor juist dat "cottage garden"effect.
Flink gaan winkelen in de tuincentra is natuurlijk een optie, maar zeker zo effectief en in ieder geval goedkoper is uit zaad zelf enkele mooie bloemen arrangementen samen te stellen. Er zijn zeer veel mengsels in de handel met een grote varieteit aan bloemen in allerlei kleuren. Groene vingers zijn niet altijd een vereiste. Iedereen kan zaadjes in een bak stoppen en vochtig houden, daar hoef je geen hovenier voor te zijn. Toch liever naar het tuincentrum? Wees dan niet te zuinig met de aanschaf van nieuwe vaste planten. Drie of vier van één soort geven een mooier en voller effect, dan één plantje dat mogelijk verdwijnt bij te veel concurrentie van andere planten. Let op de hoogte van de planten en de periode van bloei. Koop je bijvoorbeeld 3 soorten  met een hoogte van 100 cm, die bloeien in juli, dan heb je in de rest van het jaar daar niets meer bloeiend. Beter is het 3 soorten uit te zoeken die na elkaar bloeien.

Dit is alvast een begin voor een mooie border of bloemenhoek, in de loop van het seizoen kom ik met meer tips om het hele jaar te kunnen genieten van een onvervalste hollandse "cottage garden".

 

maandag 27 januari 2014

Azalea's en Rhododendrons - verzorging, snoei en onderhoud.


[P4303192[3].jpg]Volgens sommige botanici behoren beide groepen tot dezelfde familie, terwijl andere willen bewijzen dat het hier om twee aparte groepen gaat. De echte liefhebber zal het een worst zijn, die wil alleen maar dat de struik mooi en gezond is zonder al te veel kwaaltjes. Totaal aantal soorten binnen deze beide groepen wordt geschat op 800. Belangrijkste is dat ze ongeveer allemaal dezelfde omstandigheden vragen qua grondsoort en watergift. Wel kunnen er flinke verschillen zijn in de winterhardheid omdat sommige hun oorsprong hebben in de tropen en weer andere alleen op het noordelijk halfrond voorkomen. Bij aanschaf wordt dit over het algemeen duidelijk vermeld.
Grondsoort en plaats in de tuin

De meeste struiken gedijen het best in de halfschaduw tot schaduw. Een ideale plek is bijvoorbeeld onder een bladverliezende boom. De bladeren zorgen in de winter voor een ideale mulch laag en in de zomer heeft de struik beschutting tegen de felle zon. De ideale PH waarde (zuurgraad van de grond) ligt tussen de 4.5 en 6 PH. Een licht zure grond dus. De struiken zijn  niet bepaald een liefhebber van kalkrijke grond. Hoe meer je naar het zuiden van het land rijdt hoe vaker je de prachtige uitbundige Rhododendrons in het voorjaar in de tuinen ziet staan. Dit houdt uiteraard niet in dat op de vette kalkrijke klei van het westen wij niet zouden kunnen genieten van deze struiken.  Hoewel er altijd wel ergens zuur commentaar vandaan komt dat de struiken hier niet horen omdat de omstandigheden niet geschikt zijn. In mijn tuin (ik tuinier op vette klei) heb ik sinds een jaar of tien, twee prachtige struikjes staan die ik heb ingegraven in grote plastic potten met grote gaten onderin. In het najaar hark ik de afgevallen bladeren onder de struiken, zodat de grond in de potten een humusachtige zure constructie houdt. Ook een verhoogd bloembed wil nog wel eens uitkomst brengen als de PH waarde in de tuin boven de 6.5 komt. Voor de lichttolerantie geldt hoe groter het blad hoe minder zon de plant verdraagt. De kleine Japanse tuinazalea's zijn dus bij uitstek geschikt voor een zonnige plek op het terras.
Voor potten is er in  de tuincentra speciale Rhododendronpotgrond beschikbaar, maar ook Heidepotgrond is uitstekend geschikt voor Azalea's en Rhododendrons.Qua water voorziening hebben de struiken wel wat extra aandacht nodig. De wortelkluit bestaat namelijk uit tere fijne wortels die erg ondiep wortelen. De wortels verdrogen dus snel in droge tijden terwijl, als het water in de tuin of potten blijft, staan de kans op rotten van de wortels erg groot is. Een vochtige goed waterdoorlatende grond is dus erg belangrijk. Ook wordt het ontraden onder de struiken te schoffelen. Onkruid dient in het voorjaar, vlak na ontkieming handmatig te worden verwijderd om beschadiging van de tere wortelkluit te voorkomen.

Omdat  de Rhododendrons en Azalea's relatief vroege bloeiers zijn, van het voorjaar tot vroeg in de zomer, vindt men vaak dat de plant voor de rest van het jaar weinig sierwaarde heeft. Bij een tuin waarin de beplanting op de seizoenen is afgesteld, moet dat echter geen enkel probleem zijn. Op de foto's zijn op de linker de twee rode Rhododendrons duidelijk opvallend aanwezig, terwijl op foto hieronder de struikjes niet meer opvallen omdat de aandacht wordt getrokken naar de andere bloeiende planten.




Snoeien 

Het is belangrijk dat na de bloei de uitgebloeide bloemen worden verwijderd. Het makkelijks is deze eruit te knijpen. Zorg dat er geen zaad gevormd wordt, dit kost teveel energie en dit gaat ten koste van de bloei van volgend jaar.
De struiken hebben verder weinig snoei nodig. Oude en dorre takken dienen regelmatig verwijderd te worden en soms lichte vormsnoei om de struik wat in model te houden.

Verplanten, ziekten en plagen

Rhododendrons en Azalea's in potten moeten regelmatig verpot worden om de kwaliteit van de wortelkluit optimaal te houden. Bij jonge planten geldt dat de plant de eerste twee jaar steeds in een grotere pot wordt overgezet. Is de plant eenmaal volwassen en uitgegroeid dan kan je volstaan met het vernieuwen van de aarde. Ook hier geldt weer dat de tere wortels moeten worden ontzien. Haal daarom de plant uit de pot en verwijder de oude grond vanaf de onderkant van de kluit. Vul de oude pot nu met een laagje verse aarde en potscherven (voor de drainage) en zet de plant terug in de pot maar zorg dat de plant ongeveer 5 centimeter dieper in de pot staat. Vul dan de pot op met verse grond.
Staat een plant niet op de juiste plaats in de tuin, verplaats hem dan in het vroege voorjaar of in de herfst. Prepareer van te voren de nieuwe plek zodat de wortelkluit geen kans krijgt om uit te drogen. Graaf de struik royaal uit.

Helaas behoren ziekten en plagen ook bij deze struiken. De meest voorkomende plagen zijn:

Lapsnuitkever, knaagt gaten in de bladeren en legt eitjes tussen de wortels. Helaas is er niet veel tegen te doen. Probeer bij een ernstige plaag de kevers 's avonds weg te vangen.

Cicaden, blauw/groene oranje beestjes die zorgen voor knopsterfte en zilverachtige vlekken op de bladeren. Meestal is de plaag niet heel heftig, maar kan worden bestreden met een mengsel van 1 liter water, 10cc spiritus en 1 el groene zeep. Spuit goed op de bladeren.  

Gallen, vlezige lichtgroene zwellingen. Een schimmel die zich vooral uitbreidt bij hoge luchtvochtigheid. Verwijder de aangetaste bladeren meteen.

Struiken aangetast door schimmels van honingdauw of aangetast door wortelrot door teveel water moeten met kluit en al worden verwijderd. Zorg voor een goede waterhuishouding in de tuin om meer schade te voorkomen.