TUINWEETJES

TIPS OVER TUIN- EN KAMERPLANTEN

maandag 9 december 2013

KERSTSTER: verzorgen en overhouden

De Kersster, in keurig latijn  Euphorbia Palcherrima maar ook wel Poinsettia genoemd, staat deze maand weer volop in de belangstelling. Met duizenden tegelijk worden zij naar de winkels vervoerd, in alle kleuren en maten. Voor ieder interieur wat wils. Als er één plant wordt gekweekt voor de snelle wegwerp maatschappij dan is het wel deze plant.

De plant spreekt erg tot de kerstgedachte met zijn mooie groene bladeren, de rode, roze of witte schutbladeren met daartussen verstopt de piepkleine bloemetjes.
Zoals bij iedere kamerplant hangt er ook bij deze een gebruiksaanwijzing aan. Het belangrijkste is wel dat de plant zeer slecht tegen wisselende temperaturen kan. Van de kas, naar de winkel en vervolgens naar de warme droge woonkamer is een enorme shock voor de plant. De ideale omstandigheden van de kas met gereguleerde temperatuur en licht worden abrupt verruild voor de kille supermarkt of de koude straatverkoop. Vervolgens worden de planten, al dan niet verwerkt in stukjes in de veel te warme en droge woonkamers gezet, waar de planten, niet zelden, het voortijdig voor gezien houden en de bladeren laten vallen. Is dat proces eenmaal in gang gezet dan is er nog maar weinig te redden. Bij deze dus enkele tips om dit te vermijden. Controleer allereerst alvast in de winkel of de minuscuul kleine bloemetjes die verscholen zitten tussen de rode/roze of witte schutbladeren nog gesloten zijn. Zijn de bloemen al uitgebloeid dan zal de levensduur van de plant ook aanzienlijk korter zijn. Zorg dat de plant in de winkel goed is ingepakt. Denk aan de wisselende temperaturen.  

Zet de plant thuis op een plek met indirect licht, geen direct zonlicht. Zorg vooral dat de plant niet op de tocht staat en vooral niet boven of vlak bij een radiator. De ideale temperatuur is 16 graden. Omdat dit niet de gezelligste temperatuur is tijdens de feestdagen moet de plant hier uiteraard inleveren. Compenseer de hogere temperatuur met een hogere luchtvochtigheid. Sproei en nevel de plant zoveel mogelijk. Geef de plant pas water als de kluit droog aanvoelt, te veel water leidt ook tot voortijdig bladverlies. Zorg voor water op kamertemperatuur.

Als de plant de kerstdagen heeft overleefd volgt meestal de laatste reis naar de afvalcontainer. Echter voor de groene vingers onder ons, en diegene die wat duurzamer met de dingen omgaan nog een paar tips om de Kerstster de zomer door te helpen.
De Kerstster zal op een gegeven moment de bladeren laten vallen, snoei dan de stelen terug tot ongeveer 30 centimeter, als de plant kleiner is natuurlijk in verhouding. Zet de plant vervolgens op een vorstvrije, schaduwrijke plek en geef nauwelijks water. In het voorjaar verpot je de plant in een ruimere pot met verse aarde. Geef ruim water en zet op een lichte plek, temperatuur tussen de 13 en 15 graden. Als het goed is gaan er nu nieuwe scheuten uit de oude stengels groeien. Verwijder nu alle nieuwe scheuten op 4 na. De verwijderde scheuten kun je eventueel ook nog proberen te stekken.
Wil je de Kerstster voor de kerst nog in kleur en bloei trekken zet de plant dan eind van de zomer, gedurende 8 weken onder een zwarte polytheen bak of pot gedurende 14 uur per dag. Bijvoorbeeld van 's avonds tot laat in de ochtend. Na 8 weken zet je de plant weer lichter.
Nog even twee niet onbelangrijke feitjes: de kwekers gebruiken groeiremmers, de plant kan dus aanmerkelijk groter worden dan het jaar daarvoor. Verder is het witte sap van de plant behoorlijk
giftig en kan o.a. irritaties aan de ogen geven.      

zaterdag 2 november 2013

Hertshoornvaren - Platycerium



Deze prachtige varen verdient een eigen verhaaltje. De zachte bladeren die, de naam zegt het al, op de hoorns van een hert lijken, spreken menig plantenliefhebber aan en verleiden tot koop. Zoals echter bij de meeste kamerplanten, hangt ook aan deze varen een gebruiksaanwijzing. In de  oorspronkelijke habitat leeft de varen als epifyt op een boomtak in een tropische omgeving. Deze omstandigheden zijn nauwelijks te kopiëren in onze droge, verwarmde woonkamers, maar met een beetje kunst en vliegwerk en wat groen in de vingers kom je een heel eind.

De Hertshoorn is een langzame groeier met 2 soorten bladeren. Allereerst de bruine komvormige bladeren bij de basis. Deze zijn erg belangrijk voor de plant. Zij houden het vocht vast, zodat de wortels niet uitdrogen en verzamelen humus, dat weer als voedsel voor de wortelstok dient. De grote leerachtige bladeren die er uit zien als een gewei, zijn de smaakmakers van de plant. De zachte donsachtige bladeren zijn erg decoratief en bij gezonde planten staan de bladeren fier rechtop. De jonge planten worden geleverd in potten, maar beter is het de plant na aankoop te verpotten, omdat de schutbladeren zich in verloop van tijd om de pot klemmen, waardoor verpotten bijna onmogelijk wordt zonder de plant te beschadigen.  Vastbinden op een blok hout of stuk kurkschors omkleed met veenmos of plaatsen in een (hanging basket) mand bekleed met mos is  het meest ideaal.

Water geven kan het best zoals het ook in de natuur gebeurt bij een flinke regenbui, een flinke plens in 1 keer, goed uit laten lekken en vooral in de zomer bij hoge temperaturen flink sproeien en nevelen. De zachte donslaag beschadigt niet van regelmatig sproeien. De plant is gevoelig voor dopluis en bladluis. Bij dopluis de luis voorzichtig aanstippen met een wattenstaafje met spiritus en bij bladluis sproeien met water. Een luizenplaag is meestal te herkennen aan vieze plakkerige afscheiding rondom de plant. Dit is honingdauw dat wordt afgescheiden door de luizen. Mieren zijn er dol op en houden de kolonie in stand. Het is te verwijderen met een oplossing van water en schoonmaakazijn. Uiteraard niet bij kwetsbare houtsoorten.

Algemene verzorgingsregels voor de zomer:
Temperatuur: tussen de 13 en 24 graden.
Water: veel water - regelmatig sproeien en nevelen
licht: licht beschaduwd.

Algemene verzorgingsregels voor de winter:
Temperatuur: Rond de 10 graden, liever niet kouder
Water: net vochtig houden
licht: veel indirect licht.

Voeding: van het late voorjaar tot einde zomer, 1 x in de 2 weken, wat vloeibare plantenvoeding.

De Hertshoorn is een mooie decoratieve plant, maar vereist wel een beetje aanpassing om de noodzakelijke tropische omstandigheden een beetje na te bootsen.






Laatste aankoop. Als miniplantje op een stuk hout gebonden en bedekt met spagnum. Op een keramieke schaal gelegd. 1 x in de week een scheut water erover. Foto nav de laatste reactie,

vrijdag 1 november 2013

Heermoes: het medicijn

Als onkruid is het Heermoes (Latijnse naam Equisetum arvense)  niet echt een geliefde plant in onze tuinen. Toch zijn er ook positieve dingen over de plant te melden. Vooral in de kruiden geneeskunde worden er mooie dingen over Heermoes verteld.

Zo gebruikten de Romeinen de plant als schuurmiddel van potten en pannen en werd de plant in de middeleeuwen gebruikt om tin en fijn houtwerk te borstelen. 

 De oude Grieken gebruikten de plant al als middel om het bloeden van wonden te stoppen, bij het  helen van botbreuken en het verzachten van schaafwonden. Dit alles door de de mineralen en vitamines die de plant in hoge mate bevat. Kruidendokters zijn dol op de plant en schrijven hem voor bij bloedarmoede en algehele slapheid. Verder verhardt hij de nagels, brengt futloos haar weer tot leven en voorkomt vetafzetting in de aderen. Als gorgeldrank en inwendig om nierstenen te behandelen en inwendige bloedingen te stelpen.  Kortom er wordt een heel scala aan geneeskrachtige eigenschappen aan deze plant toegedicht.

De fytotherapie kent nog meer toepassingen van deze plant: het elastisch vermogen van de plant wordt hier aangewend voor het herstel van pezen (bij o.a. de tennisarm), bij botontkalking, reuma en artritis. De aanwezigheid van Siliciumdioxide in de plant zou hiervoor verantwoordelijk zijn.

Op culinair gebied is er niets te vinden dat deze plant iets geliefder of meer getolereerd maakt. De plant is ronduit vies en hooguit eetbaar als er niets anders meer voorhanden is.

Uiteraard wordt het zelf knoeien en samenstellen van smeerseltjes en drankjes ten zeerste ontraden. Kruidendokters daarentegen kunnen wel geraadpleegd worden. Mocht je een overdaad aan Heermoes in de tuin hebben dan kun je nog altijd overwegen, de oogst aan te bieden aan een kruidendokter of fytotherapeut (mits hij/zij natuurlijk zelf oogst) in ruil voor enkele kruidenmengsels.    


woensdag 9 oktober 2013

Bijen- en vlinderplanten.

lijst bijen- en vlinderplanten

Dat het al een tijdje slecht gaat met de bijen en vlinders is denk ik, bij iedere tuinliefhebber bekend. Veel tuinders willen daar wel wat aan doen, maar het grote probleem is dat je vaak niet weet wat je er aan kunt doen, als individu voel je je al gauw een roepende in de woestijn.
Waarschijnlijk weten de wetenschappers nu wel de oorzaak van de massale bijensterfte en dat is, hoe kan het ook anders, de nieuwe generaties landbouw bestrijdingsmiddelen. Voordat hier adequate maatregelen tegen zijn genomen zijn wij al weer een flinke tijd verder. Hopelijk is die tijd ons nog wel gegeven.
Hoewel de berichten niet bepaald opwekkend zijn, viel het mij deze zomer toch op dat er in de tuin een aardige populatie aan bijen aan het werk was. De lavendel en de asters gonsden toch aardig overdag, en ook de brugmansia, de teunisbloemen, en de mirabellis werden druk bezocht door nachtvlinders.

Om nu direct een bijenkorf in de tuin te plaatsen gaat voor menigeen natuurlijk wel iets te ver, maar er zijn toch wel kinderboerderijen en heemtuinen in de buurt die een dergelijk initiatief misschien wel toejuichen. Als particulier tuinier is er natuurlijk ook op kleine schaal wat te doen. Richt je tuin in met een flinke border of  plaats wat leuke potten met planten die aantrekkelijk zijn voor bijen en vlinders. Gebruik geen chemische bestrijdingsmiddelen in de tuin. Er zijn genoeg milieuvriendelijke methodes om plagen te bestrijden. Zorg voor een goed biologisch evenwicht in de tuin en laat de natuur zijn gang gaan door niet alle andere insecten, zoals wormen, pissebedden enz. gelijk te bestrijden.  

Bovenstaande link verwijst naar een lijst met planten die aantrekkelijk zijn voor allerlei soorten bijen,  dag- en nachtvlinders. De lijst bevat één, tweejarig en vaste planten. Het najaar is de beste tijd om een leuk tuinplan te maken en met wat speurwerk op google kun je aan de hand van deze lijst zelf een mooie kleurrijke border samenstellen. Er zit voor ieder wat wils bij. Voor de natuurtuin, de designtuin, zelf in een geheel bestrate tuin, kun je in een bak of pot al een aardig minituintje in elkaar zetten.





donderdag 8 augustus 2013

Heermoes : het onkruid.

Onder onkruid verstaan wij alles dat je niet in je tuin wilt hebben. Voor de één is dat een Paardenbloem, Boterbloem  of de Brunel, voor een ander is de Akelei, Vergeet mij niet, Madelief niet te verteren, zichzelf uitzaaiend ongewenst plantgoed. Er wordt veel over planten geschreven, zowel zinnig als onzinnig. Een plant/onkruid waar echter in de boeken zeer weinig over wordt geschreven, maar de gemoederen toch aardig bezig houdt, is de Heermoes ook wel Paardenstaart genoemd. Je ziet hem overal bij bouwgronden, volkstuinen , en dan vooral in de paden en heggen, tussen tegels en in stegen. Staat hij eenmaal in de tuin, berg je dan maar, je komt er nauwelijks vanaf. Zelfs Zevenblad is een onschuldig onkruidje in verhouding tot Heermoes. Na een zoektocht op internet en zoeken in diverse gidsjes ter bestrijding van onkruiden kwam ik toch tot een redelijk advies om van deze plant af te komen.

In de tuincentra is geen middel verkrijgbaar dat de plant definitief terugdringt. Een zoektocht op internet leidt naar Belgische leveranciers. Dit middel is echter dermate agressief dat het in een kleine huis-tuin en keuken tuin niet is te gebruiken. Het verbrandt alle andere planten en geeft ook geen 100% oplossing. Op akkerlanden waar het wordt gebruikt, wordt geadviseerd om geen gewassen te telen gedurende het komende seizoen. Ik geloof dat dit een redelijke indicatie geeft over de onbruikbaarheid van dit middel. Uiteraard zullen er particulieren zijn die volkstuinen bezitten en op deze manier van het onkruid af willen komen, maar realiseer je dat het middel erger is dan de kwaal.

Is er dan helemaal niks tegen te doen? Toch wel, een paar tips.

Eerste en belangrijkste: wees voorzichtig met stekken van andere tuinders. Let erop dat je geen Heermoes uit andere tuinen meeneemt als je stekken verzamelt, of spoel de stekken schoon, zodat geen wortelresten van onkruiden in de stekken zitten.

Schoffel of graaf het onkruid er in het voorjaar uit, zodra het opkomt. De Heeremoes heeft lange elastische wortels die diep de grond in gaan en daar knolletjes vormen, die weer nieuwe planten vormen. Dek de planten waar de Heeremoes is ingegroeid, zoals Hortensia en Kamperfoelie die moeilijk zijn op te rooien, af met compost. Vaste planten kun je oprooien en schoonspoelen. Heermoes gedijt goed op armoedige grond. Zorg dus voor een goede vruchtbare grond. Gebruik veel compost, desnoods kalk. Kijk wel uit voor zuurminnende planten als je kalk strooit.
Belangrijk is wel dat je de Heermoes niet te groot laat worden. Hoe groter de plant, hoe meer knolletjes en hoe meer zaailingen. 

Groeit het Heermoes in de stegen of tussen de tegels, besproei dan met schoonmaakzijn. Zorg hierbij wel dat je geen wortels van andere planten besproeit, deze zullen zeker verbranden.

Helemaal schoon zal je de tuin niet krijgen, maar met een regelmatige schoffel, graaf of sproeibeurt, houd je het tenminste wel onder controle.   

zaterdag 25 mei 2013

PATIOPLANTEN: SUNDAVILLE/ MANDEVILLA/DIPLADENIA EN NERIUM OLEANDER

De Mandevilla/Dipladenia ook wel bekend onder de naam Sundaville/Mandevilla in combinatie met Dipladenia is een plant die zich in grote mate mag scharen onder de meest populaire terrasplanten. Een paar weetjes over deze plant is dus geen overbodige luxe, want hoewel het een vrij makkelijke plant is, hangt er uiteraard een gebruiksaanwijzing aan.
De plant komt oorspronkelijk uit Zuid Amerika, wat dus gelijk zijn winterhardheid verklaart. Namelijk: niet. De plant slingert zich in Zuid Amerika, met name Brazilië om iedere plant die maar voor handen is. Een echte slingeraap dus. Op het kleine rekje dat bijgeleverd is door de kwekerijen, voelt de plant zich dus al gauw in de  gevangenis. Zeg nou zelf, slingeren in een flink oerwoud of je moeten behelpen met een klein bamboerekje uit de kwekerij. Denk bij het oerwoud ook aan het licht. In het oerwoud is het niet 100% zon. Een plek in de halfschaduw is meest ideaal.Dus niet echt op het zuiden. Staat hij daar wel houd dan de vochtigheid goed in de gaten. Laat hem niet uitdrogen maar ook niet verzuipen. Stress en aanpassingsmoeilijkheden zijn niet ongewoon. Indien mogelijk, geef de plant de ruimte. Kan hij niet klimmen, laat hem dan hangen; als hij maar de ruimte krijgt.
De planten worden in de kwekerij vaak flink voorgetrokken dmv groeiremmers. En in het traject tussen kweker, veiling, verkoper en klant zit dus nog een aardige ruimte. Gaat het ergens in dit traject fout (denk aan grote wisseling in temperatuur, verkeerde opslag, droogte door vertraging in levering) dan krijg je dus een zwaar gestresste plant die in het slechtste geval alle knoppen laat vallen. Vooral grote temperatuursschommelingen zijn funest voor terrasplanten.

Verwacht dus niet gelijk het wonder van een pas aangeschaft exemplaar, maar geef de plant de tijd om te acclimatiseren. Sproei of nevel de plant regelmatig. Zorg voor een regelmatige watergift, maar laat de plant nooit in het water staan, want aan natte voeten heeft bijna iedere plant de pest (behalve natuurlijk moeras en waterplanten). Geef de plant de ruimte; probeer dus met extra bamboe stokken de plant wat meer groeiruimte te geven of laat je hem in een boom of struik slingeren.
Verwijder zo veel mogelijk uitgebloeide bloemen en snoei uitgebloeide twijgen weg tot nieuwe loten. Wil je de plant overhouden tot volgend jaar, haal de plant dan in het najaar binnen. Zorg voor een temperatuur rond de 10 en 15 graden. Wel veel licht, maar minimaal water. Let als de plant binnenshuis is vooral goed op eventuele plagen zoals bladluis of spint (vooral in droge ruimte) en behandel de plant zodra zich een plaag aandient. Bij spint vooral de luchtvochtigheid verhogen en regelmatig afsproeien; bij bladluis behandelen met een mengsel van 1liter water, vermengd met 10cc spiritus en 1 el groene zeep.
Als de plant dit allemaal heeft overleefd, in het voorjaar verpotten, bijsnoeien, warmer zetten, voeding geven en opnieuw genieten. Mocht het ondanks alles toch niet lukken: dan gewoon een nieuwe vragen of kopen.

NERIUM OLEANDER

De Oleander is eigenlijk een armoede plant. De plant bloeit uitbundig langs loeihete spaanse oprijlanen en wegen, entrees voor bijna iedere camping, in de meest onooglijke potten enz. Ook in de brandende griekse zon tussen wat tegels en in goten, tussen de griekse ruïnes, je ziet en ruikt de Nerium Oleander overal. Kortom het is de paardebloem van de subtropen. Toch valt er nog wel iets meer over te vertellen. De plant doet het prima op een wat zanderige, armoedige grond, maar ook kleigrond wordt goed verdragen. In ieder geval moet de grond goed water doorlatend zijn en dat is op klei nogal eens een probleem. Hoewel hij prima onder droge en hete omstandigheden functioneert is een royale watergift altijd welkom, mits de plant overdag in de volle zon staat (dus 's ochtends vroeg of 's avonds laat water geven). De plant is gevoelig voor dopluis. Deze lijken op kleine harde bolletjes onder het blad. Aanstippen met een wattenstaafje met spiritus werkt goed. Om te overwinteren: bijtijds naar binnen, op een lichte koele plaats, zeer matig  water, in het voorjaar verpotten en ieder derde jaar terugsnoeien. Stekken nemen in het voorjaar.

NIET ONBELANGRIJK: Alles aan de plant is GIFTIG. Dus snoeiwerk in de vuilnisbak en niet op de composthoop.















donderdag 2 mei 2013

Bougainvillea

Wie ooit het zonnige zuiden heeft bezocht kan er niet omheen. In ieder dorpje, hoe klein ook, hebben zij er wel eentje staan.Volop in bloei, beetje kaal aan de onderkant. Meestal in hele kleine boomspiegels. Blaadjes nauwelijks zichtbaar en altijd tegen een wit gepleisterde muur. De bougainvillea. Geweldig mooie klimmer, die wij maar wat graag in onze tuin willen hebben.
Helaas, de bougainvillea is niet winterhard en zal een hollandse winter niet overleven in de tuin. Maar niet getreurd; Nederland is een patioland bij uitstek en wij leven bovendien ook nog in een wegwerp maatschappij. Zet de nieuw aangeschafte bloeiende plant in een warme serre of op een warm terras, dus minimaal op de zuidkant en het liefst ook nog tegen een muur, en je hebt een volle zomer plezier van deze plant. Omdat de plant in de kwekerij volgestopt is met groeiremmers, om hem flink in bloei te trekken, zal hij met wat sproeiwerk, regelmatig water geven, mits voorzien van goede afwatering, de hollandse zomer een vleug geven van het ultieme mediterrane gevoel. Let bij aanschaf er wel op dat de kleine witte bloempjes tussen de paarse/roze/witte of gele schutbladeren nog wel in de knop staan. Uitgebloeide planten zijn herkenbaar aan verkreukelde bloempjes tussen deze schutbladeren. De schutbladeren bepalen de schoonheidswaarde van de plant en vallen uit zodra de bloempjes zijn uitgebloeid.

Voor de echte groene vingers is het een uitdaging om hem te laten overwinteren en de minder enthousiaste tuinder gooit hem na de bloei op de composthoop. Natuurlijk is het altijd een uitdaging om de plant na de winter weer in bloei te trekken, maar dan moet hij deze dus wel eerst overleven, en geloof mij: hij wordt je dierbaarder dan je ooit voor mogelijk hebt gehouden.
 Dus hierbij enkele gulden regels. Laat de plant in de zomer lekker zijn gang gaan. Plaats op een zonnige, warme plek in de serre of op het terras, bij voorkeur tegen een warme zuidmuur.

De patio versie:
Geef bij voorkeur 's avonds water, bekijk de stand van het groen, hangt het slap geef dan water, staan de bladeren er nog vrolijk en fris bij, wacht dan met water  geven. Zorg vooral voor een  goede afwatering, natte voeten is een ramp voor de plant. Dus let  er bij regen op dat de plant niet te nat staat. Vooral in kunststof potten kan de vochtigheid van de kluit desastreus worden. Voorkeur gaat dan ook uit naar een mooie grote pot van aardewerk. Knip de uitgebloeide bloemen er regelmatig uit. Let erop dat je terug snoeit tot een nieuwe bladknop. Voeding: geef de plant voeding met een laag stikstof gehalte. Vooral plantenvoeding voor orchideeën heeft een laag stikstof gehalte. De normale verhouding (zie etiket) is 7+3+5. Er zijn echter samenstellingen in de handel met de verhouding 3+6+6 (eerste cijfer staat voor stikstof).  Geef niet vaker dan 1 x in de 2 weken en stop hiermee in september. Haal de plant bij de eerste tekenen van nachtvorst binnen, en laat overwinteren op een lichte, koele droge plek. Hij zal waarschijnlijk helemaal kaal worden, maar dat is normaal. Geen paniek!! Staat de plant te warm dan zal hij nieuwe loten gaan ontwikkelen, deze zijn zeer luis en spint gevoelig. Zet de plant indien mogelijk iets koeler, maar nooit onder de 4 graden. In het voorjaar voorzie je de plant van nieuwe aarde en/of grotere pot. Snoei hem terug tot ongeveer één meter in de hoogte en 50 cm in de breedte. Kijk even naar het gestel (de vorm) van de plant en snoei daarbinnen in een mooie vorm, zet de plant warmer, geef meer water en geniet in de zomer weer volop van de mediterraanse schoonheid.
De serre versie:
Een bougainvillea in de serre kan explosief groeien. Vooral bij een serre als verlengstuk van de woonkamer kan de temperatuur in de zomer oplopen tot tropische temperaturen. De plant voelt zich hier uiteraard zeer prettig bij en gaat enorm groeien en bloeien. Belangrijk is dat je hier ook de vocht huishouding aanpast en het directe zonlicht, indien mogelijk, enigszins tempert. Water geven moet op deze plek dan ook met een hogere frequentie dan de patioversie. Let hier echter ook op een goede afwatering. Plantenvoedingadvies is hetzelfde.  In de serre is de plant zeer luis en spint gevoelig.  Zorg daarom voor een hoge luchtvochtigheid en sproei en nevel regelmatig.  Regelmatig bijsnoeien, geeft maanden lang prachtige trossen bloemen. In het najaar, indien mogelijk, koeler zetten. Hij kan in de serre blijven staan (bij het raam is het in de serre 's winters meestal kouder),  maar de plant is niet echt meer een sieraad in de kamer. In het voorjaar flink terugsnoeien, aarde verversen en eventueel verpotten.




donderdag 4 april 2013

Pioenen en Boompioenen. deel I.


Straks staan ze als snijbloem weer overal volop te koop: de pioenrozen.

Je houdt er van of je vindt het niks. Een tussenweg lijkt niet te bestaan. De één vindt de pioenroos de ultieme romatische boodschap terwijl een ander de bloem wulps en ordinair vindt.

Ik mag mij rekenen tot de liefhebbers. Had ik een tuin van ruimer formaat dan de 60 vierkante meter, waarin ik al mijn favorieten een plek moet zien te geven, dan kende ik een royale plek toe aan de pioenen. Ook de boompioen mag ik tot mijn favorieten rekenen.
De pioen is een makkelijke tuinplant, qua onderhoud en verzorging kan je er jaren lang van genieten en ook het opkweken van nieuwe planten uit zaad is geen echt ingewikkeld kwekerswerk.



Er zijn zo ongeveer  35 verschillende soorten. De meesten gedijen prima op vette hollandse klei, maar ook op zandgrond, mits flink bemest, worden goede resultaten bereikt.
De pioenen worden in de handel aangeboden als ze net boven de grond komen. Kies exemplaren uit met zoveel mogelijk "neuzen", de rode punten die boven de grond komen. Ook hier geldt, goedkoop is duurkoop. Goedkope aanbiedingen met nauwelijks neuzen boven de grond ontwikkelen geen of pas na jaren bloemen.
De planten verlangen een plek in de zon of in gefilterd zonlicht. Belangrijk is dat de grond niet uitdroogt en altijd een beetje vochtig is, een goede mulch laag houdt het vocht langer vast. Een royale bemesting met koekorrels in voor- en najaar wordt zeer gewaardeerd. Zet vroeg in het groeiseizoen alvast een plantensteun om de pioen heen. Zo voorkom je dat de bloemen later in het seizoen topzwaar worden en omknakken. Als de pioen knoppen gaat vormen zul je zien dat er regelmatig mieren rond de knoppen rondkruipen. Mieren zijn nl dol op de nectar van pioenen. Hoewel er wel wordt gezegd dat de mieren schimmels en ziekten overbrengen, doen ze volgens mij niet echt veel kwaad. Bij  een ernstige mierenplaag kun je ze altijd zachtjes afsproeien met water.

KWEKEN, DELEN EN VERPLAATSEN
Het  fraaie blad van de pioen heeft na de bloei ook nog een hoge sierwaarde in de tuin. De uitgebloeide bloemen vormen peulen, deze kunnen worden geoogst en gedroogd. Bewaar de peulen in een papieren zakje (nooit in plastic). Na rijping barsten de peulen open, het zaad dat vrij komt kan worden gebruikt om nieuwe planten op te kweken. Ga daarvoor als volgt te werk:
Pioenen zijn koudkiemers en de zaden zijn erg hard. Bewerk de zaden met een vijl of een mes (zijn de zaden erg fijn, gebruik dan schuurpapier), week ze vervolgens een paar uur in water. Zaai de zaden in een kweekbak en bedek met stekgrond of fijn grit en zet de planten  op een koude plek. Zijn de temperaturen buiten nog te hoog, zet  dan de goed afgedekte bak een paar dagen in de koelkast. De gekiemde zaden in het voorjaar uitplanten.


Hoewel de pioen een makkelijke plant is, laat hij zich  moeilijk verplaatsen. Na verplaatsen slaat de bloei meestal een jaar over. Belangrijk is dat de vlezige wortels niet beschadigen bij het oprooien. Neem de plant op met een zo groot mogelijke kluit. Mocht de plant te groot worden voor de toegewezen plek in de tuin, rooi de plant dan zo ruim mogelijk op. Deel de kroon met een scherp mes en zorg ook hierbij dat de wortels zo veel mogelijk in takt blijven. Behandel de aangesneden delen van de kroon met een schimmelwerend middel.

Informatie over cultivars, de boompioen en kwalen en ziektes bij de pioenen in deel II



Pioenen en Boompioenen, deel II



BOOMPIOEN: PAEONIA. Suffruticosa


 
 De boompioen kan enorm uitgroeien en wordt daardoor erg kwetsbaar bij sterke wind. Een goede ondersteuning is belangrijk, maar bind de pioen niet te strak aan. Hij heeft ruimte nodig om te bewegen op de wind. Qua grond en zonlicht zijn de condities hetzelfde als de struikpioen. De bloemen zijn vaak aanmerkelijk groter, vaak een doorsnee van 30 cm, maar zijn wel vrij snel uitgebloeid





SNOEIEN
Over het snoeien lopen de meningen erg uiteen. Volgens de één moet hij regelmatig helemaal terug worden gesnoeid de ander zegt dat hij absoluut niet mag worden gesnoeid. Ik heb gekozen voor de gulden middenweg en de plant staat al jaren bij mij in de tuin. Let na de bloei goed op nieuw ontwikkelde knoppen op de stammen. Wordt de boompioen te groot snoei dan ruim boven deze nieuwe knoppen weg. Snoei nooit te veel in één keer, maar snoei ieder jaar dat gedeelte, waarvan je vindt, dat het te groot of te hoog is geworden.

ZIEKTEN EN PLAGEN
Tenslotte nog even over de meest voorkomende kwalen en ziektes: over het algemeen hebben pioenen weinig last van ziektes, het is een vrij sterke plant. Bij slechte verzorging kunnen echter schimmelziektes voorkomen. Bijvoorbeeld: Botrytis (grauwe schimmel), Armillaria mellea (echte honingzwam). Bladvlekkenziekten en verwelkingsziekten. Het verwijderen van aangetaste delen is meestal afdoende. Informatie en behandeling van andere aantastingen of plagen kan, na gedetaileerde beschrijving, op verzoek worden gegeven. Ook informatie over specifieke cultivars kan op verzoek worden gemaild. Mail daarvoor naar nbroek77@hotmail.com of tuinweetjes@gmail.com
    
 

vrijdag 29 maart 2013

Lathyrus, kruiden en ander zomergoed voorzaaien en opkweken

Na mijn euforische reactie op de eerste warme dag, inmiddels alweer 25 dagen geleden, kijk ik nu vertwijfeld naar buiten om te constateren dat het zachtjes begint te sneeuwen. De buiten activiteiten zijn beperkt tot het naar binnen halen  en weer buiten zetten van de, te vroeg, aangeschafte violen. In de supermarkten en bouwcentra geven ze hele tray's  violen nog net niet cadeau. Voor slechts 50 eurocent heb je al een bak met 12 violen. Kortom het is huilen met de pet.
Omdat groene genen zich toch niet laten beteugelen, verplaats ik mijn activiteiten maar naar binnen, want voor het geval er ooit nog lente komt, voorbereiden van het zomergoed kan natuurlijk ook binnen.

Om te beginnen de lathyrus; ik heb vorige zomer een aardige voorraad zaden verzameld. Deze laat ik ongeveer 6 uur in een bakje (eierdopje) water weken. Vervolgens vul ik wc- of keukenpapier rollen (de laatste knip ik in 2 stukken) met zaai- en stekgrond. Stop in ieder rolletje een zaadje, ongeveer 2 cm diepte, zet deze in een kweekbak met glazen/plastic deksel of een grote pot met plastic zak erover. Sproei regelmatig maar maak de aarde niet te nat. De rolletjes moeten droog blijven. Als de zaden zijn gekiemd en het plantje heeft meer dan 4 blaadjes (boven elkaar), knijp dan de top eruit zodat de plant wat bossiger en voller opkomt. Als de kou uit de lucht is kunnen de zaailingen met rolletje en al zo in de grond worden gezet. Het rolletje vergaat in de grond en de wortels blijven onbeschadigd bij het in de grond plaatsen.

Ook kruiden kunnen alvast voorgezaaid worden in een kweekbak. Let er echter wel op dat je de bakken niet te warm zet, want dan groeien de kiemplantjes veel te slap op. Het is wel aan te raden zaai- en stekgrond te gebruiken. In potgrond zit teveel mest voor zaden en kiemen.
Verder kan bijna al het perkgoed, zoals vlijtig liesje, petunia, lobelia, etc al voorgezaaid worden. Uit één zakje haal je echt heel veel kiemplantjes, die je, als ze ongeveer 4 blaadjes hebben, kan verspenen in kleine potjes. Gebruik hiervoor een klein spateltje of satéstokje.  Houd de plantjes vochtig dmv nevelen en zet ze niet te warm en niet in direct zonlicht. Zet de plantjes als ze wat groter zijn, overdag  af en toe buiten om af te harden. Na 15 mei kun je dan  manden en baskets vol met perkgoed vullen en kunnen de plantjes ook 's nachts buiten blijven staan.

Tenslotte nog even de dahlia's. Vul wat plastic potten met potgrond en zet de dahliaknol hierin. Zorg dat de bovenkant nog net iets boven de aarde uitkomt. Zet de potten op een koele lichte plaats en geef regelmatig water. Ook hier geldt weer, niet te warm want dan groeien de stelen veel te slap op en breken bij de eerste de beste windvlaag af, als ze eenmaal buiten staan. Als de vorst eindelijk uit de lucht is kunnen de dahlia's op hun vaste plek in de tuin worden gezet. Deze werkwijze is ook
toepasbaar op de bollen/wortelstokken van de canna's en trigidia's.

Zo zie je dat  je, ondanks het belachelijke koude voorjaar,  al heel veel voorbereidend werk voor een vrolijke en kleurrijke zomer kan doen.







maandag 4 maart 2013

LENTE!!!!!!!!!!

Ik ruik, ik ruik, ik ruik.......................DE LENTE

Het zat er al een paar dagen aan te komen: de schrale oostenwind nam wat af, en en af en toe zag je zelfs een scheef zonnetje. Optimistisch naar buiten in je vest, toch weer terug in de winterjas. Maar vanaf gisteren hield je het wel een uurtje, zonder jas, buiten uit (natuurlijk  nog wel met dat dikke vest). Dus gewapend met snoeischaar, schep en vuilniszak de tuin in. Genoeg te doen in ieder geval, een klein overzicht; snoeien: de rozen, vlinderstruik, hibiscus, kortom alle zomerbloeiers mogen nu worden gefatsoeneerd. Lelijke, dode en scheve takken verwijderen.  De voorjaarsbloeiers staan nu volop in de knop, vroegbloeiende clematissen, camellia, sering, magnolia, de boompioen daar heb je dus nog even geen omkijken naar, alleen maar genieten als de knoppen openbarsten. Begin nu alvast met het mesten van de borders en de rozen. Begiet wel met droog weer zodat de mest goed wordt opgenomen door de wortels.

Genieten is het als ik door de tuin loop. Sneeuwklokjes op verrassende plaatsen, krokussen, narcissen in de knop. De boompioen zit barstensvol met knoppen, minstens negen bloemen dit jaar. Het longkruid piept overal naar boven en de vergeetmijnietjes laten zich ook niet negeren. En wat denk je van de akeleien. Kortom een feest van herkenning. Ik veeg de bladeren uit de borders en zie de phloxen, papavers, monnikskappen, campanula's, alweer te voorschijn komen. Scheuren en delen van deze planten kan nu nog. Verwijder ook alvast het onkruid, het is nu nog makkelijk te verwijderen en scheelt bergen werk straks in de zomer. Ruim de tuin niet al te netjes op. De eksters  zijn al druk bezig met het verzamelen van nestmateriaal en ook de kool- en pimpelmezen hebben het reuze druk. Gisteravond hoorde ik de eerste merel alweer zijn territorium afbakenen voor de nacht.

Begin nu ook met het voorzaaien van het éénjarig goed, Lathyrus, petunia's, lobelia's enz. Het kruidentuintje, de tomatenplanten. Controleer potten op slakkeneitjes en maak potten schoon voor de perkplantjes. Kortom een lijst van bezigheden, dus het tuingereedscap uit het vet en aan de slag.

woensdag 13 februari 2013

Het sneeuwklokje en de mier.


Wat zouden deze twee met elkaar te maken kunnen hebben? Als de eerste sneeuwklokjes te voorschijn piepen is het namelijk nog lang geen tijd voor mieren in de tuin. Toch zijn de mieren ontzettend belangrijk voor de verwildering en willekeurige verspreiding van deze vroege voorjaarsbolletjes. De koolhydraten uit de zaden van het Sneeuwklokje zijn namelijk een belangrijke energiebron voor dit nijver volkje en de zaden worden dan ook door de hele tuin gesleept om opgeslagen te worden in hun nesten. De weg door de tuin is voor de mier lang en gevaarlijk en menige mier haalt het nest niet of verliest zijn kostbare lading onderweg. Het Sneeuwklokje verspreidt zich hierdoor door de hele tuin en op de meest vreemde en verrassende plaatsen zie je dan ook groepjes Sneeuwklokjes opduiken. Voor een goede verspreiding zijn dan ook twee factoren erg belangrijk. Ten eerste dat men de bloempjes helemaal laat afsterven. Ten tweede dat men de mierenpopulatie een beetje de ruimte geeft. Geen mieren , dan ook geen natuurlijke verspreiding van het Sneeuwklokje.

VERWILDERING

Ik vind het ieder jaar weer een feest om de de Sneeuwklokjes op de meest verrassende plekken te zien opduiken. Op diverse plaatsen heb ik nu alweer nieuwe polletjes zien opduiken. Natuurlijk kun je de Sneeuwklokjes oprooien en de pollen zelf splitsen en op andere plaatsen uitzetten. De verwildering van de bolletjes geeft echter een natuurlijk effect aan de tuin en mieren houden als tegenprestatie, in het voorjaar, de luizenpopulatie weer onder controle. Zo helpt het Sneeuwklokje de mier en de mier op zijn beurt helpt ons weer.
Nog even wat aanvullende informatie over de Galanthus zoals het Sneeuwklokje in keurig Latijn heet. De meest voorkomende soort is de Galanthus nivalis. Dit is ook de meest aangeboden soort in de tuincentra. Omdat de Sneeuwklokjes erg gevoelig zijn voor uitdroging is het echter aan te raden deze aan te schaffen in een potje en na de bloei direct uit te planten in de tuin.Het prijs aanbod van de bolletjes is erg wisselend. Om teleurstelling van niet opgekomen bolletjes te voorkomen wordt dus geadviseerd de bolletjes in het groen aan te schaffen. Dus met potje en al gelijk in de grond zo gauw de omstandigheden dat tenminste toelaten.   

donderdag 7 februari 2013

Groenblijvende winterharde klimmers voor west- en zuidmuren

Uiteraard is deze lijst niet compleet en zal dan ook regelmatig worden bijgewerkt.

Bij uitstek geschikt voor de zuidmuren is uiteraard de Jasmijn. Nu zijn er diverse soorten, waarvan niet alle soorten winterhard en groenblijvend zijn. Ook verschijnen er regelmatig cultivars op de markt, die op winterhardheid worden gekweekt. Bij twijfel altijd even de kweker contacten. De meeste kwekers hebben uitgebreide informatie op internet, juist met betrekking tot winterhardheid en het eventuele bladverlies. Bij strenge vorst of een lange periode met koude willen ook de groenblijvende varianten de bladeren nog wel eens laten vallen.

De Jasminum x stephanense, deze cultivar is ontstaan uit de J. beesiamum en J officinale en is de meest winterharde van de zomerbloeiers. Het is een snelle groeier, tot ongeveer 6 meter,  en heeft zachtgeurende roze bloemen. Uistekend geschikt voor pergola's en bogen. Hij heeft wel een beetje een geleidende hand nodig, omdat hij nogal enthousiast kan woekeren.


Jasminum officinale: deze jasmijn wordt veel aangeboden als groenblijver en winterhard maar beide eigenschappen kloppen vaak maar voor de helft. In koude winters met langdurige vorst verliest de plant zijn bladeren en kan zelfs doodvriezen. Een winterdek van stro wil de wortelkluit nog wel eens bescherming bieden. zodat de plant mogelijk in het voorjaar weer opnieuw van onderaf uit gaat lopen. Wie toch op safe wil spelen, doet er misschien beter aan de plant in een pot te plaatsen en in de winter binnen te zetten.



Trachelospermum Asiaticum, is iets beter bestand tegen de kou (tot -17) dan de T. jasminoides  (Sterjasmijn) (tot -12). De klimmers gedijen het best in de zon en verlangen een goed gedraineerde vruchtbare grond. De T. jasminoides zal eenmaal goed aangeslagen en op de juiste plek welig tieren. Te dichte en kale takken kunnen in de herfst worden teruggesnoeid. Er zijn kant en klare elementen in de verkoop van 100/40/180 (b/d/h/) ongeveer zes planten, voor ongeveer 225,-- euro. een mooi alternatief voor de Hedera heg. Zie je de geurende Toscaanse muur in de zomer al voor je?

Itea Ilicifolia deze mooie bossige groenblijver, verlangt een plaats in de halfschaduw maar verdraagt ook volle zon. Een plek op het westen is daarom geschikter dan op het zuiden. Een vochtige goed doorlatende grond is erg belangrijk. De bloei bestaat uit langwerpige trossen kleine groenige of cremekleurige bloemen die naar vanille geuren. De bladeren lijken op die van de hulst, maar zijn smaller. De plant is goed in model te houden, snoei hem na de bloei terug tot binnen de hem toegemeten ruimte.  Minimum temperatuur die wordt verdragen: -17 graden.






De Clematis Armandii  is een zeer enthousiaste, vroegbloeiende groenblijvende clematis. Hij verlangt wel een zonnige muur, dus wel een mooie plant of  bodembedekkers voor de wortelkluit, want de wortelkluit prefereert schaduw. Liever geen potscherven, want de plant heeft ook een goede vocht doorlatende grond nodig en onder een potscherf valt geen regen. Snoeien na de bloei, vooral het dode hout eruit en alles een beetje terugsnoeien binnen de toegemeten ruimte om woekeren te voorkomen.

woensdag 16 januari 2013

Roodborstjes Luilekkerland



Nu de tuin onder een witte deken ligt, valt er niet veel te melden over het wel en wee van de planten. De aandacht gaat nu dan ook uit naar de tuinvogels. Het aantal mussen is, door wat voor reden dan ook, momenteel beduidend minder geworden. Misschien dat zij hun plek in de tuin in de lente weer opnieuw innemen. Ik hoop het wel, want het getjilp vind ik altijd weer ontroerend lief.
Over de vinken, mezen en merels heb ik niet te klagen, en ook de roodborst doet de hele dag zijn best om alleen heerser in mijn tuin te blijven, door iedereen de tuin uit te jagen. Met de vers gevulde voedertafel waande hij zich even in luilekkerland.
PINDAKAAS
Met de kerst kreeg ik als cadeau de nieuwe "tuingadget", een pindakaaspothouder (leuk scrabble of woordfeud woord). Na wat argwanend te zijn bekeken door de koolmees, waagde de één na de andere vogel zich aan de pindakaas . Na ontdekking door het spreeuwenvolk, die al buitelend en vechtend een hap probeerde te bemachtigen, was de pot in 2 dagen schoon leeg.

Soms is het ook even helemaal stil in de tuin. Nee, niet door de buurtkatten, die zie je nauwelijks buiten met deze kou. De sperwer brengt ook af en toe een bezoek aan de tuin, landt met een enorme klap en probeert zo een onoplettend vogeltje ten prooi te maken. Ja, best heel zielig, maar dat is ook de natuur. De sperwer moet tenslotte ook de winter door.

Met bomen en struiken volgehangen met mezenbollen, en een goed gevuld vogelhuisje is er dus nog volop te zien en te genieten in de tuin. Toch nog een laatste tuintip. Hoewel het heel schattig staat, al die witte mutsen op de struiken, is het toch aan te raden de sneeuw van de Camellia's en de Rododendrons te schudden. Deze struiken hebben al knoppen gevormd en deze kunnen makkelijk dood vriezen als de sneeuw erop blijft liggen.


 



maandag 14 januari 2013

Ceanothus - Amerikaanse sering

Eén van de meest geliefde struiken in de tuin is toch wel de Amerikaanse sering, ook wel Ceanothus genoemd. Met zijn prachtige blauwe bloemen, is het één van de eerste struiken die in bloei staan in de tuin, hoewel er ook varianten zijn die pas in de zomer bloeien. Het is een kortlevende struik die zijn oorsprong heeft, zijn naam verraadt het al, in Noord Amerika. Hij groeit veelal op kliffen langs de kust en verdraagt dan ook, in tegenstelling tot de meeste tuinplanten, zilte lucht. Een makkelijke plant zou je dus denken, maar niets is minder waar. Na de uitbundige voorjaarsbloei kan de plant zomaar uit het niets bruin worden en afsterven. Bij een kleine struik is daar nog wel overheen te komen, maar als je een flink exemplaar hebt staan is dat natuurlijk balen. Een goede gebruiksaanwijzing is dus geen overbodige luxe.
De plant verdraagt een temperatuur tot ongeveer -12 graden, hoewel er ook varianten zijn die tot -17 graden verdragen. De struik voelt zich lekker op zandgrond, vermengd met flink wat organische grond. Essentieel is de water afvoer. De struik gruwt van natte voeten en in vochtige warme zomers, kan hij zomaar het loodje leggen. Tuinier je op kleigrond, zorg dan voor een goede afwatering bij de struik, en zorg dat de grond niet dicht slaat. Hij verlangt een standplaats in de volle zon en liefst beschut tegen te harde wind.

SNOEIEN
De voorjaarsbloeiende variant wordt na de bloei gesnoeid. De muurstruik spreekt het meest tot de verbeelding. Een blauwe muur van verrukkelijke bloemen met prachtig glanzende donkergroene blaadjes is immers een lust voor het oog. Maar hoe krijg je hem zo ver.

 
Plant de struik ongeveer een halve meter van de muur. Zet de takken waaiervormig uit. Snoei na de bloei een gedeelte van de takken tot 2 of 3 knoppen terug. Snoei om en om de takken weg zodat de takken, die niet zijn weggesnoeid, de lege plekjes kunnen vullen Snoei alle takjes die van de muur af groeien weg op 1 of 2 knoppen. De varianten die zich hiervoor het best lenen zijn: C. Arboreus, de Blue jeans, Impressus, Papillosus, Thyrsiflorus, Veitchianus. De C. Impressus is zelfs geschikt voor een onbeschutte plek op de gure wind.



De zomerbloeiende varianten worden in het voorjaar gesnoeid.
Verder behoren de C. Rigidus soorten tot de mooiste soorten. Helaas zijn deze niet winterhard en moeten dus binnen overwinteren. Koop verder de struiken niet te klein, de plant is vrij kort levend, dus wil je hem als muurstruik gebruiken, dan kan je beter gelijk groot beginnen.

Er zijn tegenwoordig ook varianten te koop die op stam staan. Deze moeten zeker in de winter goed worden afgedekt of binnen overwinteren.
Een aardige gebruiksaanwijzing voor een prachtige struik, maar als het dan ook allemaal lukt, dan heb je ook wel wat staan.


maandag 7 januari 2013

Areca/Kentia Palm

De Areca palm, Dypsis lutescens, is uitgeroepen tot plant van de maand januari. Nu de kerstboom weer uit de kamer is verjaagd moet de kale plek natuurlijk weer worden opgevuld. De decoratieve palm leent zich daar uitstekend voor en wordt volop in de supermarkten en tuincentra aangeboden. Helaas wordt deze decoratieve palm vaak ook gedegradeerd tot wegwerpartikel omdat hij 1) nogal eens ten prooi valt aan vraatzuchtige katten, die bij gebrek aan andere middelen de plant als braakmiddel gebruiken; 2) de nederlandse huiskamer is nu eenmaal geen goed alternatief voor de tropische ambiance waar de palm oorspronkelijk thuis hoort (Madagascar).
Om toch iets langer dan, pakweg gemiddeld 1 maand, van de plant te genieten, hier een paar algemene tips om de plant in de mooie en aantrekkelijke staat te houden, waarin wij hem hebben aangeschaft.
Aan de katten kan over het algemeen niet veel worden gedaan, buiten de beproefde plantenspuit, het buiten sluiten als de kat alleen thuis is of een leuk bakje kattengras plaatsen dat ter compensatie dient als braakmiddel.
De algemene verzorgingsregels voor de plant zijn als volgt:
Gedempt licht, net vochtig houden, maar vooral niet laten uitdrogen. Zorg voor een hogere luchtvochtigheid door wat te nevelen en te sproeien. Normaliter wordt er alleen in de zomer gesproeid en geneveld, maar omdat de luchtvochtigheid in de woonkamer, door het stookseizoen vaak erg laag is kan het geen kwaad als de luchtvochtigheid dmv hiervan wordt verhoogd. Bij vloerverwarming is het aan te raden de plant op een kruk of verhoging te zetten. Als dit niet mogelijk is zorg dan voor een zogenaamd eilandje. Doe wat kiezels in een plantenschaal, zet in het midden een omgekeerde schotel en plaats hierop de palm. Vul vervolgens de schotel met kiezels met water. Let er goed op dat de plant niet met zijn wortels en kluit in het water staat.
 Laat de temperatuur in de kamer niet onder de 13 graden komen, maar zet de plant ook niet te dicht bij de verwarming.
De ideale temperatuur voor de winter in zijn natuurlijke omgeving is namelijk 16 graden. Aangezien dit ondoenlijk is in de nedelandse woonkamers moet wij een beetje improviseren.
Verder is het mogelijk dat de plant nog een terugslag krijgt, omdat de overgang van kas naar winkel en woonkamer redelijk groot is. Door temperatuur verschillen zoveel mogelijk te vermijden, kan worden voorkomen dat de bladeren voortijdig vergelen en afsterven. Gele en bruine bladeren kunnen worden afgeknipt. Ook bruine punten kunnen worden afgeknipt maar dat voorkomt niet dat de afknipte randen daarna ook weer bruin worden, dus erg veel schiet je met die behandeling niet op. Beter is het er voor te zorgen dat de condities optimaal zijn, zodat de punten niet bruin worden.

Tegen het voorjaar ga je de plant meer water geven en ook 1 x in de 2 weken wat plantenvoeding. Zorg wel voor een goede afwatering. Zet de plant wat lichter, maar niet in direct zonlicht. Verpotten gebeurt 1 x in de 2 jaar als de wortels de pot uitgroeien.