TUINWEETJES

TIPS OVER TUIN- EN KAMERPLANTEN

dinsdag 26 april 2011

Oranje planten

Zo vlak voor de viering van Koninginnedag  is het misschien wel een leuk idee om wat oranje plantentips te geven,  De papavers, de goudsbloemen (calendula), afrikaantjes (tagetes), het zijn allemaal één- of tweejarigen die het voorjaar kleur geven. Relatief makkelijk, maar ook vaak veroordeeld met het etiket "trutterigheid". Dit uiteraard geheel ten onrechte. Gebruik eens je zintuigen.
Bekijk eens een goudsbloem van dichtbij, snuif de lucht eens op van een afrikaantje en tot slot, luister eens naar het diepe gegons van de hommel in de net ontloken papaver. Neem er de tijd voor en je bent een liefhebber.
Met de huidige hysterie rond het Nederlands elftal, is het misschien zelfs wel een leuk idee om je tuin te beplanten met oranje bloemen. Met een beetje inspanning en aandacht, scoor je gelijk voor de hele buurt. Een veldje van 2 bij 2 meter, wat zaad en regelmatig water, geeft al genoeg voor diverse boeketten, en dat is weer eens iets anders dan lelijke irritant, hard wapperende vlaggetjes.
Nog meer tips: voor de "doe-het-zelver" op homeopatisch gebied geeft de goudsbloem zeer veel toepassingen. De papaver kan verwerkt worden tot leuke droogbloemboeketten, en  het zaad kan worden gebruikt voor nog meer pollen papavers en ook als maanzaad voor eigenmaakte biologische broodjes. Voor de dromer is het zaad nog een vlucht uit de werkelijkheid, mits in enorme hoeveelheden tot zich genomen. Tenslotte verjagen de afrikaantjes de luizen uit de rozen, maar dat is een tip die ik nog niet kan bevestigen, omdat de slakken sneller waren dan de luizen. M.a.w. zij hadden mijn afrikaantjes opgegeten voordat zij deze volkswijsheid waar konden maken.

donderdag 21 april 2011

Japanse Esdoorn

Een grote favoriet in de tuin is de Japanse Esdoorn ( Acer Japonicum). Weinig onderhoud, grote decoratieve waarde en blijft hanteerbaar op een kleine ruimte. Natuurlijk zitten er regeltjes aan. In deze droge april maand is het van essentieel belang dat je de plant ook wat extra water geeft. Niet alleen bij de stam, maar bij de Esdoorn is het belangrijk dat je ook de cirkel onder  het gebladerte bewaterd. Dus: watersproeien onder de bladeren tot en met de uiteinde van de kleinste twijgjes. Verder is snoeien absoluuut verboden in het voorjaar. In de zomer mag er wat aan vormsnoei gedaan worden en ook in de winter, mits voor januari, mogen dode takken worden verwijderd. Dit alles met het risico van doodbloeden. Vergeet echter nooit dat een boom/plant zijn eigen weg wil volgen en niet volgens een modebeeld gesnoeid mag worden. Dat is meer kwekerswerk en daar hangt dan ook weer een prijskaartje aan. Al met al heeft de Japanse een grote decoratieve waarde. Hij vraagt wel een goede vochtdoorlatende, humusrijke grond. Een plek in de zon/halfschaduw, maar vooral niet te schraal op de wind, mag wel op het zuidoosten, mits enigszins in de luwte.

woensdag 6 april 2011

Magnolia - voorjaarsreus





Magnolia: Prachtige voorjaarsreus

Tussen het geweld van de bloeiende Prunus en Vibernum, mogen wij de Magnolia als voorjaarsbloeier natuurlijk niet vergeten. De boom komt oorspronkelijk uit China, Japan en Amerika, en is er in ongeveer tachtig varianten. De mooiste Magnolia die ik ooit heb gezien staat in Zuid Frankrijk, vlak bij Anduze. De boom is tussen de vijftien en twintig meter hoog en de takken hebben een spanwijdte van meer dan tien meter. De geur van deze bloeiende Magnolia is adembenemend. Deze woudreus is te vinden in een bamboebos dat een paar honderd jaar geleden is aangelegd door een natuurliefhebber. Het bos staat vol met (uiteraard) bamboe planten in alle soorten en maten. Ook enorme Hortensia’s, de gigantische Amerikaanse Sequoia’s en Magnolia’s zijn ruimschoots aanwezig.
Ook in onze bescheiden tuinen is de Magnolia niet weg te denken. Gelukkig niet in het formaat van de zuid franse variant, wij doen het hier met de kleinere soorten. De Magnolia Denudata (wit met stervormige bloemen) en de M. Soulangeana (met een kleurenpalet van wit tot dieppaars), zijn de bekendste soorten en worden niet hoger dan vier meter. Het duurt tientallen jaren voordat zij de maximale hoogte hebben bereikt. Ideaal dus voor de kleinere tuin. De laatste genoemde staat sinds een jaar of twaalf bij mij in de tuin. Hij heeft prachtige paars/roze bloemen die ieder voorjaar op het kale hout verschijnen. Tijdens een warme april maand ruik je de bloemen al van ver en kan hij moeiteloos concurreren met de Sering. 

Een moeilijke struik/boom is het zeker niet. Een vruchtbare, vochtdoorlatende grond en een enigszins beschutte plek zijn de enige voorwaarden die de boom vereist. Snoeien is nauwelijks nodig. De boom heeft een prachtige vorm van zichzelf. Het wordt zelfs afgeraden om de boom al te veel terug te snoeien omdat de vorm dan verloren gaat. De bloemen en bladeren worden buiten proportie groot en de bloemen verwelken vaak al na twee dagen. Bij het aanschaffen van de Magnolia is het dus buitengewoon belangrijk om te kijken hoe groot de boom kan worden, want terugsnoeien om de groei in te perken, is bij deze boom geen optie.

Hoe dan ook in struik- of in boomvorm, de Magnolia is een vaste waarde in de voorjaarstuin. Als sierheester in een groep maar ook als solitair een enthousiaste voorloper van de naderende zomer.

Alruin - magische plant.

De Alruin ofwel Mandragora is een plant die bij velen tot de fantasie spreekt. De plant is omgeven met mythische verhalen en veel fantastische fabels, uit een tijd dat er nog sprookjes bestonden. De eerste verhalen over de Alruin dateren zelfs al van voor 1600 voor Christus, uit het oude Egypte. De plant werd in die tijd vooral gebruikt in de geneeskunde. Delen van de wortel werden in diverse medicijnen verwerkt voor het oplossen van problemen met de gal en depressiviteit. Ook veel vrouwenkwaaltjes werden genezen met het sap van de wortel.
De vruchten van de plant alsmede de wortel waren bij de oude Egyptenaren zeer geliefd. De appelvormige vruchten hebben een sterke verdovende werking en overmatig gebruik van de vruchten leidt tot diepe bewusteloosheid met zelfs de dood tot gevolg. Er gaan geruchten dat men al in slaap valt als men de vruchten van deze plant te lang in de hand houdt.
Omdat de penwortel de vorm heeft van een mannetje, kreeg deze wortel de naam het Alruinmannetje en werden er allerlei magische krachten aan de wortel toebedacht. Zo zijn er verhalen bekend over een Duitser  die rond 1900 er wel 1000 mark voor over had om deze talisman in zijn bezit te krijgen. Maar o wee, als je de talisman niet goed verzorgde dan vielen ellende en rampspoed je ten deel.
Het oogsten van de plant is ook al omgeven met allerlei speciale rituelen. De meest fantastische manier is wel het gebruik van een zwarte hond. Deze werd met een touw aan de plant gebonden. Vervolgens propte men de eigen oren goed dicht en gaf de hond een schop. De hond vloog vervolgens weg en trok daarbij de Alruin uit de grond. De Alruin slaakte hierbij zo een ijselijke gil dat de hond, en een ieder die zijn oren niet had dichtgestopt, dood neerviel. Ook in de Harry Potter boeken komt de Alruin, onder de naam Mandragora voor, en moet de plant geoogst worden met oorkleppen op, om de schreeuw van de Alruin tijdens het oogsten te dempen.
Het zelf opkweken van de plant is een uitdaging op zich.
De zaden zijn erg moeilijk te krijgen en moeten eigenlijk zo vers mogelijk gezaaid worden. Het liefst in een zanderige grond. Eenmaal gekiemd, kunnen de planten wel wat meer hebben. Zolang ze niet te warm staan (bladluizen) en niet te droog en vooral in een vruchtbare grond. Ze blijven dan minstens twee jaar staan, maar moeten daarna ook wel geoogst worden.
Via leveranciers van speciale zaden heb ik een paar keer zaad kunnen krijgen, maar het resultaat van kiemen was ronduit bedroevend. In totaal heb ik 4 keer echt resultaat gehad van de ongeveer 50 zaden die ik in de afgelopen jaren heb gezaaid. Twee plantjes zijn tot een echte wortel opgegroeid, maar ook die hadden niet echt veel weg van het alruinmannetje uit de historische kruidenboeken. Het derde exemplaar staat nog in een pot buiten. Deze is inmiddels twee jaar oud en kan dus geoogst worden. De buren hebben een zwarte hond. Ik denk niet dat ze, na het lezen van dit verhaal, de hond aan mij zullen uitlenen.
 

vrijdag 1 april 2011

Pachira

De Pachira is een vrij nieuwe plant in de kamerplantenwereld en daarom worden er nog al eens tegenstrijdige verzorgingstips gegeven.
Bij deze enkele standaard verzorgingstips en wat uitleg:

Alle kamerplanten hebben in de winter een andere verzorging nodig dan in de zomer, dit geldt ook voor de Pachira. De Pachira komt oorspronkelijk uit een moerasrijke omgeving en groeit daar ook uit tot soms wel 8 tot 10 meter. In de woonkamer groeit de plant uit tot ongeveer 2 meter.
De plant kan in principe op iedere plaats in huis staan. Bij meer licht groeit de plant wel beter dan op een donkere plek. Direct zonlicht in de zomer kan te heet zijn  De plant heeft zeer weinig water nodig. In de zomer mag er meer water gegeven, bv 1 x in de 2 weken met een beetje voeding erbij. In de winter moet de watergift teruggebracht worden tot 1 x in de 4 weken. Geef dan enkele scheuten na elkaar, zodat de wortels het water kunnen opnemen en het water niet in 1 x wegloopt. Let er altijd op dat er geen water in de pot blijft staan, zeker niet in de winter.
Wat in alle seizoenen belangrijk is, dat de plant regelmatig gesproeid wordt. Nevelen vindt de plant heerlijk, het is tenslotte een moerasplant waar de luchtvochtigheid altijd erg hoog is. In onze woonkamers is het, zeker in de winter, slecht toeven voor de kamerplanten omdat de lucht doorgaans te droog is. Wordt de plant te groot of krijgt de plant lelijke bladeren, snoei deze dan terug/weg.