TUINWEETJES

TIPS OVER TUIN- EN KAMERPLANTEN

vrijdag 23 december 2016

Helleborus niger / kerstroos



De Helleborus niger, beter bekend als de Kerstroos doet dit jaar zijn naam eer aan. Hoewel de paarse variant pas in februari zijn bloemen laat zien, zijn er in de tuinen al overal de witte variant, de Helleborus Niger, te bewonderen. Ook in de winkels en tuincentra staan deze planten momenteel volop in de schappen.

Ik heb diverse exemplaren al enige jaren in bakken staan. Het groen wordt in de herfst wat geel en sterft af, zodat alle energie in de bloemen gaat zitten.

Zie je in de zomer weinig van deze planten terug, als al het éénjarig goed eenmaal is verdwenen krijgen de planten de ruimte zich te ontwikkelen en nemen zij een prominente plaats in de tuin in.
Het zijn schaduwminnende planten dus uitermate geschikt voor de schaduwkant van de tuin. Verder verlangen zij een vochtige, humusrijke en goed vochtdoorlatende grond.




Zo zijn deze schitterende planten de laatst bloeiende planten van het jaar, maar zeker niet de minste en is het een prachtige kerstgroet aan iedereen die van bloemen houdt.



maandag 17 oktober 2016

Overwinteren en resultaat van de Mandevilla-Sundavilla/ Dipladenia

De temperatuur daalde vorige week tot bijna onder nul. De alarmbellen voor de niet winterharde planten begonnen dan ook luid te rinkelen. Twee Mandevilla's en diverse Brugmansia's stonden nog buiten.

Vooral  de Mandevilla's syn. Dipladenia verdraagt geen temperatuur lager dan 10 graden.

Hoewel de planten nog volop in bloei staan is een plaats in huis aan te bevelen boven de plek op het terras.

Wat kan er fout gaan binnen: allereerst de luchtvochtigheid. Het is in de woonkamer relatief droog. Vooral als er weer wordt gestookt. Mijn hygro meter staat nu op 62% maar bij als de verwarming regelmatig aan is duikt hij al snel onder de 50% wat voor planten,  die hun oorsprong kennen in het oerwoud gewoon te droog is.

Aangezien buiten laten staan ook geen optie is heb ik de plant toch maar binnen gezet. Hij zit nog zo vol met knoppen dat ik hem voorlopig nog maar in de woonkamer laat staan. Wel benevel ik hem regelmatig maar geef wel minder water. Ik houd de potgrond net vochtig.

Als de plant eenmaal is uitgebloeid verhuist hij naar een koeler gedeelte van het huis en krijgt hij nog maar mondjesmaat water. Wel houd ik de luchtvochtigheid hoog door te nevelen. . De ideale temperatuur om binnenshuis te overwinteren is 13 graden.
Het koele overwinteren bevordert de nieuwe bloei in het voorjaar.

Direct na de bloei kun je de plant gaan terugsnoeien. Snoei de plant ongeveer tot de helft terug. De zachte al iets verhoute stengels kunnen worden gestekt. Verwijder de onderste blaadjes voorzichtig. Doop in de stekpoeder en zet in een kweekbak met stekgrond. Houd de temperatuur tussen de 25/27 graden en de luchtvochtigheid hoog.


O nog een klein, niet onbelangrijk weetje: de plant is giftig. Plantensap kan huid irrritatie veroorzaken.

Nou, ik ben benieuwd hoe de plant de winter doorkomt. Wordt vervolgd in het voorjaar.

Vervolg overwinteren. :

De plant heeft de winter overleefd: Echter, let op de luizen. Diverse keren heb ik de plant moeten afsproeien omdat hij onder de bladluis zat. Vooral het jonge groen, de uitlopers, waren een waar luiilekkerland voor de bladluis. Deze heb ik ook regelmatig verwijderd. Eenmaal buiten had de plant geen last meer van luizen. De knoppen bleven echter uit. Pas half juli is de plant gaan knoppen vormen maar, het moet gezegd: hij staat er weer fantastisch bij. Dus het zeker de moeite waard om de plant te laten overwinteren.

vrijdag 5 augustus 2016

Zomertuin problemen
















De tuin staat er ondanks het enorme slakkenoverschot van deze zomer, toch nog goed gevuld bij. Het voordeel van de overvolle tuin is toch wel dat, hoe groot de slakkenpopulatie ook is er altijd wel planten zijn die de heren slakken niet believen.

De Dipladenia (Sundaville/Mandeville) blijft bijvoorbeeld gespaard van slakkenvraat. Ook de gladiolen krijgen een redelijke kans tot wasdom. De grootste slachtoffers zijn de dahlia's, brugmansia's, hosta en de riddersporen. Hele slakkenpopulaties vallen deze, in slakkenogen, smaakvolle planten aan. Op de foto hierboven is duidelijk te zien dat de brugmansia's bijna geen blad heeft. Waarschijnlijk ontwikkelen daarom de bloemen zich zo enthousiast. Wat natuurlijk een voordeel bij een nadeel is want het blad van de brugmansia is niet echt fraai maar de lucht is hemels.

Ook de lelie werd dit jaar niets bespaard. Ondanks bijna dagelijkse controle op het leliehaantje werd er toch flink huisgehouden onder de bladeren (letterlijk dus) De zeer onsmakelijke poppen van de haantjes, die er als zwart snot uitziende bolletjes onder de bladeren, zijn in staat om de plant in één nacht kaal te grazen. Hoe wanhopig ben je dan als je de bloem, die al deze vraatzucht toch nog heeft overleefd, aangevreten ziet door een duimdikke naaktslak. Je hoorde hem nog net niet smakken. Van de schoonheid van de bloem was na dit feestmaal weinig over. Alleen het aroma deed nog een poging iets goed te maken van deze vreetpartij. Maar geef toe, het ziet er niet uit een kale steel met een aangevreten rose vod aan het eind met daaruit wat triest uitstekende stampers en meeldraden die een wanhopige poging doen om tenminste nog één bij te verleiden tot bevruchting. Triest en tot mislukken gedoemd.



Maar natuurlijk is er heel veel vrolijks te zien. De vlinderstruik, de scharnierbloem en de witte wederik blijken een mooie combinatie.

Maar het mooiste dit jaar vind ik toch de clematissen met de roze roos New Dawn in mijn "zg" schaduwhoek, of  toch mijn terras, of toch weer de rozen en dan staan de monnikskappen nog in de wachtkamer. Ja ja, een prachtige zomertuin, ondanks alle 'achs en wees', blijft er nog veel te genieten. http://tuinweetjes.blogspot.nl/2012/08/naaktslakkeninvasion-of-snales.html :voor meer informatie over slakken bestrijden



woensdag 3 augustus 2016

Strelitzia - Verpotten/ delen en scheuren.

De Strelitzia was uit de pot gegroeid. De wortels tilden de kluit al een tijdje boven de pot uit (doorsnee 40cm), waardoor water geven bijna onmogelijk was. Ook kleine geultjes in de potgrond boden geen echte oplossing. Bovendien was hij door een (Ikea) tafeltje gezakt die het enorme gewicht van de plant niet meer kon dragen en de plant werd duidelijk te groot voor de toegemeten ruimte. Aktie was dus noodzakelijk.

Omdat de plant toch al twee groeipunten had, waaruit vorige zomer twee prachtige bloemen waren gegroeid, werd het tijd om de plant te gaan delen en wortelsnoei toe te passen, zodat de plant weer in een  hanteerbaarder formaat kreeg. Indien de plant maar één groeikern heeft kan je volstaan met alleen wortelsnoei

Na, bij een strelitzia kwekerij advies te hebben ingewonnen, heb ik dus maar de stoute schoenen aangetrokken en de klus als volgt aangepakt.

De plant heb ik een paar dagen voor de operatie geen water gegeven, zodat de plant wat lichter is en de aarde makkelijker kan worden verwijderd.

Benodigdheden: groot mes, snoeischaar, potgrond en een extra bloempot.



Het deelpunt van de plant zit in het midden.
 

De plant voorzichtig uit de pot getild, de wortels zaten niet vast tegen de potrand. Mocht dit wel zo zijn, dan met de achterkant van een mes voorzichtig langs de binnenrand losmaken.
Vervolgens alle losse aarde verwijderd zodat de twee plantdelen duidelijk zichtbaar waren. Met een schietgebedje en een scherp mes vervolgens de twee planten van elkaar losgesneden tot aan de wortels.

Vervolgens de langste en oudste wortels met een snoeischaar ingekort. Daarna met de handen de wortels voorzichtig uit de knoop gehaald en naar de bijbehorende kant geschoven. Dit is heel eng want je hebt het idee dat de wortels van de bladeren afvallen, dit moet dus ook met grote voorzichtigheid gebeuren.

Hier zie je duidelijk dat het om twee planten gaat



Vervolgens beide potten voor de helft gevuld met potgrond en de planten ieder in een pot gezet waarna ik voorzichtig de rest van de aarde om de plant heb gelegd. Voorzichtig aandrukken en een stok erbij gezet om de plant te ondersteunen.

De operatie vond plaats in maart 2016. De grootste van de twee heeft inmiddels een nieuw blad en een nieuwe bloemknop. De kleinere heeft wel een nieuw blad maar met een dubbele nerf, wat duidt op een nieuwe scheut in ontwikkeling. Verder nog geen nieuwe groei maar ook geen verval.

Hoewel ik mag concluderen dat de operatie is geslaagd, heb ik nu, in plaats van van één twee grote strelitzia´s. Dus het probleem ruimtegebrek is nog niet opgelost.










vrijdag 27 mei 2016

Kabouters bestaan; echt waar!!

Voor iedereen die er nog aan mocht twijfelen : kabouters bestaan, echt waar.

Ik heb er zelfs één gezien, sterker nog, ik heb hem verzorgd nadat ik, per ongeluk bijna zijn beentje  eraf had gehakt.

Nou, nou nou, hoor ik jullie nu denken, kan dat niet wat minder. Het wordt tenslotte een kinderverhaal. Maar om het verhaal helemaal goed te vertellen zal ik toch alle feitjes op tafel moeten leggen.

Het was vorig voorjaar en na een lange winter  moet je toch eens wat gaan opruimen in de tuin. IJverig ruimde ik een stapel oude bladeren op die in de winter als schuilplaats hadden gediend voor egeltjes.  Opeens hoorde ik een snerpend gilletje.

 Eerst dacht ik aan  een lui egeltje dat nog lag uit te slapen van zijn winterslaapje. O jeee wat had ik nu weer overhoop gehaald. Gauw de scherpe schop weggezet en met mijn handen haalde ik voorzichtig de blaadjes wat uit elkaar. Nee, toch niet, geen egeltje.Voorzichtig haalde ik de blaadjes wat meer uit elkaar, misschien een muisje; maar die piepen wel en gillen niet. Opeens zag ik wat bewegen, het leek wel een raar dik takje. Een beetje puntig en knokig en het piepte en piepte zo verdrietig dat de tranen mij spontaan in de ogen schoten. Voorzichtig tilde ik het op, het leek wel een gek mannetje zo ongeveer 10 cm groot, een soort van kaboutertje  en dan niet die mooie dikbuikige blozende  vrolijke exemplaren die in de tuin staan met een rood jasje en een puntmuts en altijd dat rare  witte baardje. Nee, deze leek eigenlijk meer op een takje. Een beetje gek bol takje met lange twijgjes waarvan er nu eentje duidelijk slap naar beneden hing, piepkleine handjes en twee oogjes en een rond mondje. Het neusje leek nergens naar, dat leek meer op een nog niet uitgekomen bladknop.  Kortom niet iets waar je vol vertedering naar kijkt zoals meestal wel naar de Blokker en Rien Poortvliet kabouters.

Zoiets wonderlijk had ik nog nooit gezien. Ik nam het mee naar binnen en spalkte heel voorzichtig zijn beentje met een coctailprikkertje en een knibbertje (sluitingstripje) van een plastic zakje. Tja en wat is dan de beste verzorging? Ik had geen idee dus zette ik hem maar op goed geluk in een glaasje water.
Wat eet zo een kabouter, wat drinkt zo een kabouter......Voorlopig nog geen kans op antwoorden. Hij hing een beetje scheef in het vaasje met zijn hoofd een beetje voorover gebogen en steunde wel heel zachtjes.

Na een half uurtje hoorde ik opeens een ritselend geluid, alsof de wind door de bladeren blies, ik ging wat dichter bij het wonderlijke takje staan, het ritselen werd luider en luider  en ja, zo gek..... opeens kon ik het verstaan. De kabouter, want zo zal ik hem voor het gemak toch maar noemen, begon mij het volgende verhaal te vertellen.

Heeel, heeeeeel lang geleden, in de tijd dat de dinosaurussen nog over de aarde renden, denk wel zo een 66 miljoen jaar geleden, hadden de bomen nog benen en liepen en renden zij gewoon, net als wij mensen nu doen, op de aarde rond. Dat rennen was vooral belangrijk om de dinosaurus te ontvluchten. De dinosaurus was nu eenmaal een enorme veelvraat die een boom in één keer helemaal kaal kon eten. Ja en daar kan geen boom goed tegen, dus even weg kunnen rennen van zo een vraatzuchtig beest, was wel zo prettig.Er waren uiteraard al heel veel soorten bomen en soms gingen zij ook in groepen bij elkaar staan. Sommige zochten liever het water op en stonden altijd langs de oevers van de rivieren, hun takken heerlijk in het water bungelend. De voeding van de bomen bestond voornamelijk, eigenlijk net als nu, uit water. Omdat in water alleen niet genoeg voeding zit, groeven zij vaak met hun tenen diep in de grond om belangrijke voedingstoffen op te kunnen zuigen. Daarvoor hadden zij aan hun tenen hele lange (beetje vieze) nagels met zuigmondjes.  Dat ging jaren en jaren goed.


Totdat: het kouder en kouder werd. Eerst merkten de bomen daar niet zo heel veel van. Hun nagels waren sterk genoeg om de voeding op te blijven zuigen. Maar er gebeurde nog wat anders. De dinosaurussen die er normaal voor zorgden dat de bomen zich verplaatsten verdwenen steeds meer en meer. De eieren bevroren en er kwamen geen kleine dino's meer bij. De noodzaak om weg te lopen was er daarom niet meer en de bomen bleven steeds meer in groepen stilstaan. Grote reuzen eiken en beuken en daarom heen wat lichtere bomen. Het leek wel een oerbos dat stil stond, terwijl de grond harder en harder bevroor. Om dus nog eten te kunnen ophalen moesten de bomen dieper en dieper graven. Het werd zelfs zo koud dat de bomen hun blaadjes lieten vallen  en er geen nieuwe meer konden groeien. Het werd stiller en stiller en kouder en nog kouder. Wij noemen dit de ijstijd.

Na deze ijstijd begon de aarde weer een beetje op te warmen, beetje bij beetje begonnen de bomen weer tot leven te komen, de planten weer te groeien en te kiemen, de dieren kwamen uit hun holen. Kortom, alles kwam weer tot leven. De bomen rekten zich uit en de takken begonnen weer uit te botten. Langzaamaan wilden de bomen zich ook weer eens wat verplaatsen. Maar o.o.o.o.o.o.o dat ging dus zomaar niet. De tenen van de bomen zaten muurvast in de grond. De nagels moesten zo ver de grond in om voedsel te vinden dat zij als wortels vast in de grond zaten verankerd. En met geen mogelijkheid konden de bomen nog een stap verzetten. Nu was de noodzaak ook niet meer zo groot omdat alle plantenetende dino's van de aarde waren verdwenen, maar altijd op één plaats blijven staan is ook niet je van het. Het praten tussen de bomen was al honderden jaren een vrolijk ruisen maar dat kon nu alleen in heel stormachtige tijden en dat is meestal alleen in het voorjaar en najaar. Goede raad was dus duur want een echte bomenraad kon je ook niet meer bij elkaar roepen.

Nu stond er in het midden van zo een oerbos een soort van oereik. Een hele oude eik dus die ook door zijn enorme omvang al heel lang nauwelijks meer kon bewegen. Deze eik was ooit begonnen als eikeltje in de tijd dat toveren nog heel normaal was in de wereld. Dat is zo lang geleden dat iedereen uit die tijd, of allang niet meer bestaat of het simpelweg is vergeten. Deze hele oude eik wist echter nog wel een paar oude slimme tovertrucjes en gebruikte ze ook nog vaak om met de andere bomen in andere bossen te communiceren. Eén van die trucjes ging als volgt: Hij brak een stukje af van zijn meest soepele takken, dat was een flinke karwei want erg soepel was hij niet meer en boetseerde daar een paar beentjes, een paar handjes en een hoofdje aan. Vervolgens spuugde hij drie keer op het takje en wierp het zo ver mogelijk bij hem vandaan onder luid geroep van zijn boodschap en eindigde de oproep met de kreet "GA HOUT". Het takje rende dan als de wiedeweerga (heel oud woord) naar de boom voor wie de boodschap was bestemd. Natuurlijk ging dat vaak fout. De takjes kwamen nog weleens verkeerd terecht, bijvoorbeeld ondersteboven of werden door vogels opgepikt als nestmateriaal, brand en overstromingen. Kortom het leven van zo een houtje zat vol gevaren.

In dat hele oude oerbos kwam op zekere dag een oude heks te wonen. Zij verschool zich diep in het bos omdat de mensen, die inmiddels ook al op de aarde rondliepen, erg bang waren voor heksen.Waarom??, tja dat vertel ik in een ander verhaaltje. Deze heks hoorde de oude eik regelmatig zijn "GA HOUT" schreeuwen. Omdat zij echter flink hard horend was verstond zij altijd KABOUT en al snel noemde zij de kleine stukken hout, die haar regelmatig om de oren vlogen, kabouters. Natuurlijk begreep zij niets van het ontstaan en het nut van de kabouters maar al snel wist zij de kabouters te gebruiken voor allerlei klusjes en zo werden deze 'kaboutertjes' in de loop van de tijd hele ijverige mannetjes. De meeste altijd op zoek naar iets (wat ze inmiddels zelf allang weer zijn vergeten), maar klusjes doen zij nog altijd graag voor iedereen. Vooral 's avonds zie je ze nog wel eens wegschieten en soms zijn er ook vervelende klusjes gedaan zonder dat je dat aan iemand heb gevraagd. Want snel zijn ze zeker en alle kaboutertjes kunnen een beetje toveren, hoewel de meeste dat zelf niet eens weten. Hoeveel kabouters er zijn weet ook niemand. Het kan best zijn dat de oude oereik nog steeds bezig is met het maken van nieuwe kabouters, maar zolang niemand weet waar de oude eik staat kan het zijn dat er nog steeds kabouters bijkomen.

Van dat hele lange verhaal was mijn kabouter wel heel erg uitgeput geraakt, en ik maakte snel een lekker bedje van zacht mos voor hem en dekte hem toe met wat rozenblaadjes. Hij ritselde een vaag welterusten en viel in slaap. De volgende dag was het beentje al aardig genezen en ik vroeg de kabouter wat zijn plannen waren. Tot mijn vreugd ritselde hij dat hij bij mij wilde blijven wonen en of ik dat wel leuk vond. Natuurlijk, daar hoefde ik niet lang over na te denken.

Hij woont nu achterin mijn tuin en als het erg koud is mag hij binnen slapen want ik wil natuurlijk niet dat zijn teentjes vastgroeien in de aarde. Ik heb een mooi mutsje voor hem gekleid en soms hang ik hem om mijn nek en neem ik hem mee, zodat hij nog wat van de wereld kan zien en wie weet nog kabouter vriendjes tegen kan komen.

Soms hoor ik hem nog wel eens verdrietig ritselen als hij ziet dat er weer, zomaar bomen zijn omgehakt en als wij in de bossen lopen kijkt hij nieuwsgierig om zich heen of hij de oereik ergens ziet. De boodschap die hij jaren geleden meekreeg, kon hij niet meer doorgeven. De boom voor wie de boodschap was, stond in een enorm bos dat inmiddels is verdwenen en zo lopen er waarschijnlijk heel veel kabouters rond op zoek naar bossen die allang niet meer bestaan. Daar worden zij wel heel erg verdrietig van. Laten wij dus maar wat zuiniger zijn op de bossen die wij nu nog hebben, anders zijn straks alle kabouters werkeloos en dat willen wij toch niet laten gebeuren.
     






donderdag 18 februari 2016

pergola - BEGROEIDE boog in tuinen.

Volgens de van Dale is een pergola een begroeide boog in de tuin, al dan niet versierd met ruitertjes waarover de planten kunnen groeien en klimmen.

Hoe triest is dan ook de aanblik van een pergola die geheel kaal en verkleurd zijn dagen moet slijten zonder enige begroeiing, als een latwerk met als enig nut, een veilige toevlucht voor katten.

In een eerder stukje roemde ik al de prachtige pergola's met hoge plantenbakken waarin diverse klim/hangplanten als een gordijn naar beneden vallen.(schuttingtaal).  De wilde wingerd (Parthenocisus quinquefolia) is hier bij uitstek geschikt voor. Stel je voor een bloedrood gordijn in de herfst en een prachtige groene afscheiding in de zomer. In de winter en het voorjaar kunnen wij de kale snoeren ondersteunen met hedera en clematis. Uiteraard moeten die wel redelijk in bedwang worden gehouden om de wingerd niet te laten overwoekeren. Een beetje werk maar dan heb je ook wat. In de hal naar het busplatform aan de noordzijde van het Amsterdamse Centraal station hebben ze dit ook zo opgehangen.

Omdat water geven niet het makkelijkst is, kun je besluiten tot het aanleggen van een druppel systeem, maar ook voor de kleinere beurs zijn er mogelijkheden te over om hoog geplaatste bakken goed van water te voorzien.

De klassieke pergola, de staanders met één of twee balken met ruiters, is natuurlijk wat makkelijker in onderhoud, hoewel een regelmatige snoeibeurt hier noodzakelijk blijft. Een verjongingsbeurt zo eens in de twee drie jaar geeft de jonge aangroei wat meer de ruimte.






In de tuinen van Hestercombe Gardens in Somerset staat een prachtige berceau met geweldig begroeide pergola's die elk seizoen weer een spectaculaire aanblik en geur verspreiden. Wat dacht je van een pergola met sterjasmijn en een mooie rambler roos. Het sprookje van Doornroosje verbleekt erbij. Ook de kamperfoelie met een sterke passiebloem is een combinatie van geur en schoonheid. Uiteraard kan ook de hedera als begroeiing dienen, te bewonderen in de tuinen van slot Schönbrunn bij Wenen, beter bekend als het kasteel  van Sissi. De koelte die deze berceau verspreidt in de zomer is uitermate prettig en voor een strakke tuin misschien  te prefereren boven een al te weelderig begroeid latwerk.

 En laten wij vooral Giverny niet vergeten, de pergola's en rozenbogen die daar staan zijn een inspiratie voor iedere tuinder of schilder. De witte Wisteria is een sprookje en van de rambler rozen kun je alleen maar dromen.

Afbeeldingsresultaat voor giverney


















Dit jaar ben ik voorzichtig aan begonnen om de éénjarige klimmers de aandacht te geven die ze verdienen en dan loop je vanzelf tegen verbeter punten aan. De bloemen van de lathyrus moeten regelmatig worden weggeknipt om hem aan de bloei te houden, doe je dit niet dat stopt hij na de eerste paar bloemen al met knoppen vormen. Zet hem dus zo tegen een pilaar dat je er makkelijk bij kan. De Oost-indische kers kan ook prima omhoog worden geleid maar heeft wel begeleiding nodig. Dit jaar heb ik hem rond de zonnebloemen laten klimmen. Eenmaal boven zoekt hij zijn eigen weg. Ook de Ipomoea heeft een eerste hand nodig. Eenmaal aangeslagen heb je er geen omkijken meer naar en bloeit hij tot in de herfst.

Voorbeeld hele slechte pergola
Het belangrijkste is dat het belang van groen in en om de tuin moet worden benadrukt in een tijd dat men een pergola slechts neerzet omdat het nu eenmaal zo hoort, maar voor het gemak de begroeiing hierom vergeet omdat dat slechts werk en rommel genereerd. Een prachtig smeedijzeren rozenprieel wordt zonder de rozen een kooi waar je in vertoeft. (geloof mij, ik heb er echt zo eens een gezien, en de bewoners zater er ook nog trots in rond te kijken.
Zo heb je ook de houten partytenten met een afneembaar doek, zodat men de zon kan afschermen op warme dagen. Het houten frame is bedoeld als pergola, maar wordt als zodanig zelden gebruikt of er worden PLASTIC klimop planten aan gehangen. Daar lopen de rillingen toch van over je rug.

Dus het motto voor 2016: lange leve de pergola's. Wij gaan met de beplanting de lucht in.